nd juist niet in hunne macht. Hun gezag strekte
niet veel verder, dan de heffing van een derde van den buit door
hunne onderdanen behaald, eene schatting, waaraan allen zich zonder
tegenspraak onderwierpen; het was hun evenwel onmogelijk, de talrijke
schaar van datos op de honderd-vijftig eilanden en eilandjes, tot het
sultanaat behoorende, behoorlijk in bedwang te houden; bovendien rustte
het gezag van den sultan in de eerste plaats op de godsdienst, en het
voegde hem, als hoofd van een mohammedaanschen staat, al zeer slecht,
de rol op zich te nemen van beschermer der katholieke bevolking van
de Philippijnen. Deze geduchte alleenheerschers moesten metterdaad
buigen voor den wil van hunne vasallen; zij waren wel genoodzaakt,
de voortdurende geweldenarijen en plundertochten van de oppermachtige
datos door de vingers te zien, al konden zij zich ook niet ontveinzen,
welke daarvan in het eind de noodlottige gevolgen moesten zijn.
Den negen-en-twintigsten Februari 1876 verscheen het spaansche leger,
dat zeven dagen te voren bij Paticolo was ontscheept, voor de wallen
van Tianggi. Het eskader lag op de reede. Des avonds wapperde de
spaansche vlag op de veroverde bolwerken, en werd de stad, door haar
verdedigers verlaten, aan de vlammen prijs gegeven.
Van deze oude stad, die door het bombardement werd vernield, is
tegenwoordig geen spoor meer over. De spaansche genie-officieren
hebben de heuvelen achter de oude stad gedeeltelijk afgegraven,
daarmede de moerassen en poelen gedempt, en door aanplemping van een
gedeelte der zee een terrein gewonnen, waarop zich aan den voet van
boschrijke bergen ter hoogte van zeven- tot achthonderd el, de nieuwe
stad verheft, die nog wel klein is, maar toch neiging toont om zich
uit te breiden.
Al deze werken van de genie werden door inlandsche veroordeelden
uitgevoerd, die tot drie kategorien behooren: de veroordeelde
militairen, die strafkompagnieen vormen en militaire dienst verrichten,
terwijl zij tevens gebruikt worden voor verschillende werken; de
_deportados_, die krachtens maatregelen van het administratief gezag
hunne vrijheid verloren hebben; en de _presidiarios_, de eigenlijke
galeiboeven of kettinggangers.
Het garnizoen is ongeveer vijfhonderd man sterk en bestaat uit
inlandsche genie- en infanteriesoldaten; de officieren zijn bijna
zonder uitzondering Spanjaarden.
Toen wij te Soeloe aan land stapten, was het gansch niet gemakkelijk,
in de nog zoo jeugdige stad, die nog
|