FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59  
60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   >>   >|  
n zich in drie groepen verdeeld, die elkander op weinige schreden afstands volgden; zij droegen bossen rijst en _canas_ (uitgeholde stukken bamboe om water mede te putten), waarin zij hunne wapens verborgen hadden. Twee hunner kwamen eerst aan de poort; op het oogenblik toen de schildwachten zich bukten om de canas te onderzoeken, trokken al de juramentados te gelijk hunne krissen: een der schildwachten werd dadelijk overhoop gestoken; zijn kameraad, hoe ook gewond, heeft nog de noodige kracht om zijn geweer af te schieten; hij doodt een der aanvallers, maar de anderen stormen over hem heen, en verspreiden zich in de stad, die geen hunner meer levend zou verlaten. Den volgenden dag was men weer van den schrik bekomen. Te Soeloe is men aan dergelijke verrassingen tamelijk gewend; en bovendien kan men er nu zeker van zijn, dat vooreerst de aanval niet zal worden herhaald. Wij kunnen dus onze onderzoekingen hervatten, en doen telkens grootere uitstapjes in het binnenland en langs de kust. Overal vind ik sporen van den oorlog: verwoeste woningen, plantages en tuinen, die weer tot een wildernis waren geworden. Somwijlen wierpen enkele inlanders, voormalige zeeroovers, nu gedwongen den grond te bebouwen, mij alles behalve vriendelijke blikken toe. Maar ik was op mijne hoede en altijd goed gewapend.--Op zekeren dag, vermoeid van mijn vruchteloos zoeken naar kruiden en van de gloeiende hitte, zet ik mij neder in de schaduw van een reusachtigen mangoustan, op de grens van eene plantage. Twee inlanders zijn op hun uiterste gemak bezig met het omspitten van den grond; ik roep hen, laat hun een handvol klein geld zien, en noodig hen uit, voor mij een of ander insekt of kruipend gedierte op te zoeken. Zij kijken mij met een half verachtelijken glimlach aan; daarop vat een hunner mij bij de hand, legt den vinger op den mond, en brengt mij bij een koffiestruik. Goed ziende bespeur ik eene prachtige lansslang (_Tropidoloemus Hombroni_), haar groene kleur maakt haar bijna onzichtbaar tusschen het gebladerte, maar haar oogen vonkelen als robijnen. "Pak haar aan", zeg ik tot den Soeloenees, die in plaats daarvan achteruit springt. Er is geen tijd te verliezen: met mijn stok werp ik de slang op den grond en daarna weer vijftien voet hoog in de lucht; als zij weer op den grond valt, zet ik, eer het verblufte dier tot zich zelf is gekomen, mijn stok op haar nek en houd dien met mijn voet vast, zoodat de slang haar kop niet bewegen kan.
PREV.   NEXT  
|<   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59  
60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   >>   >|  



Top keywords:

hunner

 

schildwachten

 

inlanders

 

zoeken

 

handvol

 

noodig

 

insekt

 

omspitten

 
kruipend
 

altijd


gewapend

 

zekeren

 

vriendelijke

 

behalve

 

blikken

 

vermoeid

 

vruchteloos

 
mangoustan
 

plantage

 

uiterste


reusachtigen
 

schaduw

 

kruiden

 

gloeiende

 

vinger

 

verliezen

 

vijftien

 

daarna

 

springt

 

achteruit


Soeloenees

 

plaats

 

daarvan

 
zoodat
 

bewegen

 
gekomen
 

verblufte

 

robijnen

 

vonkelen

 

koffiestruik


brengt

 
daarop
 
kijken
 
verachtelijken
 

glimlach

 

ziende

 
onzichtbaar
 

tusschen

 

gebladerte

 

groene