fen, die hij
toch gemakkelijk zou kunnen laten vertalen, hetzij door personen aan
boord van zijne boot, hetzij door weggeloopen inlandsche soldaten
of kettinggangers, die hij in het geheim aan zijn hof ontvangt.
De sultan maakt dus zeer gaarne van de vrij zeldzame gelegenheid
gebruik, om europeesche reizigers te ondervragen. Zijne vragen getuigen
overigens van nadenken en verstand. Hij tracht zich op de hoogte te
stellen van de militaire hulpmiddelen, vooral van de zeemacht van
iederen staat, en verzoekt mij telkens de cijfers te herhalen van de
manschappen, schepen en kanonnen, die hij maar niet schijnt te kunnen
onthouden. Verder vroeg hij naar allerlei bijzonderheden omtrent de
reis van den Shah van Perzie naar Europa, waarin hij zeer veel belang
scheen te stellen. Om deze vragen van den sultan niet onbeantwoord te
laten, moest ik de toevlucht nemen tot mijne fantazie, ten einde aan
te vullen wat mij aan juiste wetenschap ontbrak. Weer kwam toen het
gesprek op de legers en vloten der europeesche staten, en ten slotte
ook op de regeeringsvormen: ik beproefde evenwel geene poging om den
sultan eenig begrip te geven van de tegenwoordige staatsinrichting
van Frankrijk.
Dit gesprek duurde zeer lang: Rey en ik konden bijna de oogen niet
meer openhouden. De sultan bespeurde het, en noodigde ons uit, te gaan
slapen, terwijl hij nog voortging met audientie te verleenen. Wij
haastten ons aan die uitnoodiging gevolg te geven, en strekten
ons uit op eene met matten belegde estrade tusschen den troon en
den harem. Weldra sliepen wij in, ondanks het aanhoudend gepraat;
maar in den loop van den nacht werden wij zeker tienmaal gewekt door
eene slavin, die, op haar teenen loopende, op een boven onze hoofden
hangenden gong kwam slaan. Zoodra zij dit gedaan had, trok zij zich
haastig in den harem terug; bij het oplichten van het gordijn, zagen
wij, bij het wemelend licht van eenige walmende lampen een aantal
vrouwen en kinderen, te midden van een verwarden rommel van kistjes,
koffers en kussens.
In gezelschap van onzen vriendelijken gids brengen wij ook een bezoek
aan het dorp Maibun, waarvan de op palen gebouwde hutten zoowel uit-
als inwendig zich onderscheiden door verregaande onreinheid. Midden in
zee, op hooge palen rustende, verheffen zich de ruime magazijnen van de
chineesche kooplieden, die den geheelen in- en uitvoerhandel van Maibun
in handen hebben. Deze handel is belangrijk: de uitvoer beslaat uit
pareloesters (_mon
|