te gelooven dat men zich zonder reden ongerust
had gemaakt. Maar in den morgen van den drie-en-twintigsten November,
toen ik mij op de markt bevond, hoorde ik eenige geweerschoten, gevolgd
door verwarde kreten; toen werd het weer stil. In een oogenblik was de
markt geheel ledig; ik stond alleen op het verlaten plein, op korten
afstand van twee schildwachten, die hun geweer laadden. Op het eigen
oogenblik snelt eene vrouw aan, gevolgd door een onbeschrijfelijk
smerigen inlander, wiens gelaat bijna vaal groen is, en die een
kris in de hand houdt, druipende van bloed. De vrouw schreeuwt: _los
juramentados!_ en loopt mij in dolle vaart omver; twee geweerschoten
knallen boven mijn hoofd; ik richt mij op en zie den juramentado,
in de borst getroffen, vallen, maar aanstonds weer opstaan en met
opgeheven kris op de schildwachten losstormen; de eene soldaat stoot
hem zijne bajonet in de borst; nog wendt hij wanhopige pogingen
aan om zijn vijand te treffen, tot eindelijk de andere soldaat den
razende neerschiet.
Van alle kanten knallen geweerschoten; in de voornaamste straat zie
ik eenige mannen in een grooten bloedplas liggen; midden op den
weg gaan drie juramentados, met opgeheven kris en onverschrokken
doodsverachting, een peloton soldaten te gemoet. De geweren worden
aangelegd; en als de rook wegtrekt, liggen daar de drie juramentados
naast elkander voorover op den grond. Eindelijk zijn wij van onze
aanvallers verlost.
Ik wist wat mij als geneesheer te doen stond. Wij spoeden ons naar
het hospitaal, en ontmoeten onderweg den gouverneur, den dapperen
kolonel don Ventura Lopez Nuno, kalm en ernstig, hoewel zijn donkere
oogen flikkeren van toorn. In het hospitaal vinden wij werk genoeg. De
juramentados hebben, aan dooden en gewonden, vijftien slachtoffers
gemaakt. En welke wonden! Hier is een lijk, waarvan het hoofd is
afgehouwen; dat daar is bijna in twee stukken gekloofd. De eerste
gewonde, dien ik in behandeling neem, is een soldaat van het derde
regiment, die de wacht had bij de poort, waardoor de aanvallers zijn
binnengedrongen. Zijn linkerarm is op drie plaatsen gebroken; zijn
schouder en borst zijn letterlijk gekerfd. Terwijl ik hem verbind,
verhaalt hij mij hoe de aanval begon. De aan de schildwachten gegeven
bevelen werden nauwkeurig opgevolgd. Ieder Soeloenees, man of vrouw,
die de poort wilde doorgaan, werd onderzocht en aangehouden, wanneer
men eenig wapen bij hem vond. De juramentados, ten getale van elf,
hadde
|