e eenige persoon, die aan mijn
kunst alle bekoring geeft, die ze bezit: mijn leven als artist hangt
van hem af. Denk er om Harry; ik, ik ... reken ... op ... je ...
Hij sprak zeer langzaam en de woorden schenen tegen zijn wil uit hem
gewrongen te worden.
--Wat een nonsens zeg je toch! zei Lord Henry, glimlachend, en
Hallward bij den arm nemend, drong hij hem bijna het huis binnen.
II.
Toen zij binnenkwamen zagen zij Dorian Gray. Hij zat voor de piano,
met zijn rug naar hen toe en hij bladerde in een deel van Schuberts
Waldscenen.
--Je moet ze me leenen, Basil! riep hij uit. Ik wil ze leeren, ze zijn
allerliefst.
--Dat zal er heelemaal van afhangen hoe je vandaag pozeert, Dorian!
--O, ik ben moe van dat pozeeren, en ik heb geen levensgroot portret
van mij noodig, antwoordde hij, op den muziekstoel omdraaiende met de
ongeduldige beweging van een bedorven jongen.
Toen hij Lord Henry in het oog kreeg, tintte een flauwe blos zijne
wangen en schrikte hij op.
--Pardon Basil, maar ik wist niet, dat je iemand bij je hadt.
--Lord Henry Wotton, Dorian, een oud vriend uit Oxford. Ik heb hem
juist verteld hoe uitstekend je pozeerde, en nu bederf je alles.
--Maar u bederft niet mijn genoegen om u te ontmoeten, Mr. Gray, zei
Lord Henry, terwijl hij nader kwam en zijn hand uitstak. Mijn tante
heeft mij dikwijls over u gesproken; u is een van haar lievelingen en,
naar ik vrees, ook een van haar slachtoffers.
--Ik sta tegenwoordig in een zwart blaadje bij Lady Agatha, antwoordde
Dorian, als een kind, dat stout is. Ik beloofde verleden Dinsdag met
haar naar een liefdadigheidsvoorstelling in West End te gaan, en ik
vergat het heelemaal. Wij zouden samen een quatre-mains gespeeld
hebben, drie quatre-mains', geloof ik. Ik weet heusch niet hoe ze me
ontvangen zal; ik ben veel te bang haar nu een visite te maken.
--O, ik zal bij tante wel een goed woordje voor u doen; ze is dol op
u, en ik denk niet, dat het er toe deed of u er was of niet. Het
publiek zal wel gedacht hebben, dat het een quatre-mains was; als
tante Agatha voor de piano zit, maakt ze leven voor twee.
--Dat is een affront voor haar en geen compliment voor mij, antwoordde
Dorian lachend.
Lord Henry zag hem aan. Ja, hij was waarlijk buitengewoon mooi, met
zijne fijn besneden lippen, zijne open blauwe oogen en zijn goud
kroeshaar. Er was iets in zijn gezicht, waarom men hem dadelijk
vertrouwde. Alle openhartigheid van jeugd, en alle jeugdig
|