of pas van den Dood
der ezels. Een enorme rots sluit hier den weg af, zoodat men alle
lastdieren moet ontlasten en hun lichte vrachten moet laten dragen. Een
weinig dynamiet zou voldoende zijn, om dadelijk dat euvel te verhelpen.
Het stadje Khabis, waar wij toen aankwamen, heeft ongeveer 8000
inwoners; het brengt uitnemende dadels voort, oranjes, henneh, de
veelgebruikte verfstof, en is een druk bezocht winterstation. Het
stadje was vele malen in handen der Afghanen, voor de Kadjaren-dynastie
in Perzie stevig gevestigd was. De reverend A.R. Blackett van de
_Church Missionary Society_, die als predikant en zendeling Khabis in
1900 heeft bezocht, vertelt mij, dat hij er de ruinen heeft gevonden
van wat waarschijnlijk een christelijke kerk was, onder een groep
gebouwen een mijl ten oosten van de plaats.
Voor wij te Kirman kwamen, moesten wij nog de Koehpara-keten passeeren
over een hoogen pas; we kampeerden in het dorpje Amarestan en bereikten
den volgenden morgen de Kirman-vlakte. Het aanzien der oude, perzische
stad is niet zeer indrukwekkend, alles is er khaki-kleurig. Langs
enkele tuinen en huizen buiten de muren, traden wij voor 't eerst
Kirman binnen, zonder dat ik vermoedde later zooveel met die stad
uit te staan te zullen krijgen.
II
De provincie Kirman.--Aardrijkskunde: de flora, de
fauna, het bestuur, het leger.--Geschiedenis: invallen
en verwoestingen.--De stad Kirman, de hoofdstad der
provincie.--Een seizoen op het Sardoe-plateau.
De provincie Kirman is altijd belangrijk geweest sedert haar eerste
optreden in de geschiedenis. Waarschijnlijk is, in aanmerking genomen
de physieke gesteldheid van het land, hare uitgebreidheid zoo ongeveer
dezelfde als voor twee duizend jaar. Aan den anderen kant is ook
het verschil uiterst gering tusschen den naam der klassieke oudheid
_Kermania_ en dien van Kirman.
Uit aardrijkskundig oogpunt is de provincie, bijna even
groot als Frankrijk, van veel belang, al was het alleen om de
klimaatsverschillen, de natuurlijke voortbrengselen en de volksstammen,
die men er aantreft. Over een groote uitgestrektheid is het land
vlak; de palmen groeien er goed; tarwe en gerst rijpen in den winter
en worden geoogst in het begin der lente. In sommige streken, in
Djiruft bij voorbeeld, vormen mooie plateaux, die tot 2700 M. hoog
worden, het zuidelijkste gedeelte van het perzische bergstelsel,
waarin de bergketenen zoo ongeveer in noordwestelijke richting
loopen. In het Zu
|