che elementen, door achtereenvolgende
invallen in Perzie ingevoerd. Zij vormen een schooner en gezonder ras
dan hun muzelmansche geloofsgenooten. Hun broeders in den geloove uit
Bombay geven een voorbeeld van physieken achteruitgang, waarschijnlijk
teweeggebracht door het klimaat van Indie.
Uit industrieel oogpunt was Kirman tot voor weinige jaren uitsluitend
bekend om zijn sjaals, maar tegenwoordig nog meer om de tapijten. Die
weergaloos mooie producten van zijn weefstoelen worden geweven
uit zijde en wol, en de fijnheid, de schitterende kleuren maken ze
inderdaad tot de schoonste ter wereld; alle andere weefsels schijnen
daarnaast banaal. De modellen zijn zeer oud en dagteekenen blijkbaar
uit den voor-mohammedaanschen tijd. Er komen dikwijls menschenfiguren
op voor, maar meer gestyliseerde bloemen, alles met een prachtige
mengeling van kleuren.
Te Kirman zelf telt men ongeveer een duizendtal van die
weefstoelen. Elk tapijt wordt gemaakt door een meester-wever en
twee of drie kleine jongens, die naar een formule werken, welke zij
opzeggen en die veel verouderde woorden bevat. Het wordt beweerd,
dat die formules van mond tot mond zijn gegaan, overgeleverd van den
vader op den zoon, eeuwen en eeuwen lang. Er worden geen vrouwen,
noch meisjes aan dit werk gezet.
Anilineverfstoffen, die de tapijtindustrie onder de nomaden bijna
onmogelijk hebben gemaakt, worden zorgvuldig vermeden.
De sjaal wordt geweven uit geitehaar of wol. Evenals bij de tapijten,
worden de modellen van buiten geleerd; maar het werk is veel fijner
en kan alleen door kinderhanden worden verricht.
Andere industrieen van minder beteekenis zijn de fabrieken van vilt,
van _abba's_, dat zijn overkleeden van arabischen oorsprong en veel
door de Perzen gedragen, van voorwerpen uit brons gemaakt, enz.
Mijn verblijf te Kirman is altijd zeer aangenaam geweest; nergens ter
wereld zouden wij met meer achting behandeld hebben kunnen worden, en
naar mijne meening zijn de beleedigingen, die Europeanen zoo dikwijls
den Perzen naar het hoofd slingeren, volkomen onverdiend. De Perzen
zijn over 't algemeen bijzonder beleefd en geestig, en hun vlugheid
van begrip en repartie zijn spreekwoordelijk. Ze zijn als Franschen
door hun beleefdheid en hun zin voor complimentjes, en als Engelschen
in zoo ver zij het 't beste gebruik van geld achten, als ze het aan
voedsel en aan kleeren besteden.
De opvoeding der jeugd is tot hiertoe schandelijk verwaarloosd; maar
men
|