reizigers zooveel mogelijk hulp te bieden. Maar ik kan niet zeggen,
dat het mij gespeten heeft te hebben vernomen, dat hun onderneming
ten slotte mislukt was; zulke zonderlinge, excentrieke menschen doen
niets dan kwaad, vooral in het Oosten. De inlichtingen, die zij geven,
hebben meestal geen waarde en kunnen gevaarlijk worden. Bovendien is
er geen enkele oosterling, die geen minderwaardige voorstelling van
Europeanen krijgt, als hij er ziet, die zonder bedienden reizen en
in de eerste de beste plaats hun logies goed genoeg vinden.
III
In Beloetsjistan.--Makran, geschiedenis en aardrijkskunde
van de streek.--Sachad.
Op zijn eerste reis in 1893 vertrok majoor Sykes van Kirman, om zich
naar Boesjir te begeven aan de Perzische Golf. Van daar volgde hij
de kust tot Karatsji, welken post hij verliet, om zijn tweede reis te
ondernemen. Toen werd hij vergezeld door majoor Brazier Creagh van den
gezondheidsdienst bij 't leger, door sultan Soekhroe, officier van
een cavalerie-regiment uit Pendsjab, door twee sowars van het corps
gidsen en door twee hindoesche bedienden. Hij vertelt het volgende
van die tweede reis.
Uit Karatsji vertrokken, was onze eerste tocht naar Gwadoer, een
bezitting van den sultan van Mascate, waar zich veel ontvluchte
perzische slaven ophouden. Den volgenden dag voer onze stoomboot
bij mooi, stil weer de baai van Sjahbar binnen, de veiligste en best
toegankelijke haven aan de kust. Voor den zuidwestmoesson is men er
beschut door het land van Oman, waar zich het lange voorgebergte Ras
Koelab uitstrekt, terwijl in het westen een lange klip een natuurlijken
golfbreker vormt. Maar bij de breedte van twaalf KM. en de diepte
van wel twintig KM. is het toch nog geen volkomen veilige ankerplaats.
Onze ontscheping ging niet zonder moeite door middel van een inlandsche
boot of _baggala_. Toen we aan land waren, brachten we al onze
_impedimenta_ naar 't naastbij zijnde postkantoor.
Beloetsjistan is de gewoonlijk gebruikte naam van een uitgestrekt
gebied, dat maar dun bevolkt is en verdeeld is tusschen Engeland
en Perzie. De afgelegen provincie beantwoordt zoo ongeveer aan
de zeventiende satrapie van Darius, waarvan Herodotus gewaagt. De
groote koning vermeesterde Hapta Sindoe of Pendsjab, waarschijnlijk
langs den weg van Beloetsjistan, terwijl een vloot onder bevel van
den griekschen admiraal Scylax den Indus afzakte en, zonder zich om
de gevaren ter zee te bekommeren, de kusten van Gedrosie en
|