had zijn broeder Set voorzien
en gewild, want hij kon het niet verdragen, dat Osiris de stervelingen
beschermde, hun middelen aangaf, die hun leven vroolijker konden maken;
hij wilde integendeel oorlog en vernieling. Hij had allerlei middelen
bedacht, om tot zijn doel te geraken en de eerste plaats in te nemen
in de gedachten en het leven der menschen. Zijn plan gelukte, en van
dat oogenblik af heeft de mensch, al te trouw die eerste dwaasheid
aanhangend, maar al te goed zijn lessen gevolgd. De kunsten des vredes
zijn daarom in den steek gelaten, ten minste ondergeschikt gemaakt
aan de kunsten van den oorlog; het leven is een prooi geworden van
verwoestende machten, en aan alle zijden overstemt het geluid der
hamers, die ketenen smeden en het ijzer bewerken dat vernietigen moet,
de vreedzame klanken van het werk des landbouwers, die de aarde vrucht
doet dragen en de menschheid voedt. Overal hoort men oorlogsklanken
en nauwelijks durft het lied des vredes schroomvallig, klagelijk zich
doen hooren.
Maar Osiris liet zijn vrouw en zuster Isis na, die hem zou
wreken. Isis, die haar man geen zoon geschonken had, aan wien de wraak
kon worden toevertrouwd, stelde zich ten plicht het lichaam van Osiris
op te zoeken en, als zij het teruggevonden had, het te doen herleven,
opdat hij zijn werk kon hervatten. Set had, nadat hij zijn mededinger
overweldigd had, de kist in den Nijl geworpen onder de toejuichingen
van zijn helpers, de lachende geesten. De Nijl had de kist naar zee
gevoerd en de golven hadden haar teruggeworpen op het strand van
Byblos, waar een boom was opgeschoten, die de kist geheel omsloot
en haar in zijn stam opnam. Isis, die het lijk van haar man zocht,
kwam te Byblos, werd door een gelukkig toeval eigenares van den boom
en de kist, en keerde naar Egypte terug met den kostbaren last. Doch
op een avond, dat Set bij maneschijn op de jacht was, ontdekte hij de
kist tusschen het riet in Beneden-Egypte, maakte zich ervan meester,
en om te beletten dat Isis haar weer krijgen zou, sneed hij het lijk
van zijn broeder in stukken en verspreidde de deelen over de provincies
van Egypte. Isis vond ze terug, begroef elk der veertien fragmenten
op de plek, waar zij het ontdekte, nadat zij ze eerst aan elkaar
had gepast. Op elk gedeelte van het heilige lijk liet zij een graf
oprichten, en Abydos stelde er een eer in, dat het een stuk van het
goddelijk opperhoofd bezat, en wel de doos met het hoofd van Osiris.
De plek, waar h
|