onbekend is gebleven
in de bijzonderheden.
Volgens de legende regeerde, op een tijdstip dat niet nader is vast
te stellen, over Egypte een geslacht, waarvan het hoofd Seb was en de
moeder Noet; later zouden de Egyptenaren van Seb den aardgod en Noet de
hemelgodin maken. In dien tijd lieten de plichten van het koningschap
den dragers veel vrijen tijd en verhinderden hen evenmin als in
onze dagen, zorg te dragen voor een voldoende nakomelingschap. Seb
en Noet hadden vier kinderen, twee zoons en twee dochters, die
volgens het gebruik met elkander moesten trouwen, Osiris met Isis,
Set met Nephthys; maar het waren ongelukkige huwelijken, en er
kwamen burgeroorlogen uit voort, die lang zouden duren en droevige
moordtooneelen zouden veroorzaken.
Osiris en Set zijn inderdaad de vertegenwoordigers van twee
uiteenloopende systemen van het koningschap. Osiris is de god, die
door zachte middelen wil beschaven, door den landbouw en door kunst
en wetenschap; hij is een tegenstander van geweld, van oorlogdienende
uitvindingen en strenge wetten, het tegendeel van Set, dien de Grieken
Typhon noemden, om zijn boosaardige rol aan te duiden.
Osiris is Abel, Set is Kain en tegelijk Tubalkain uit Egypte, de
god der krijgers, der metaalzuiveraars en van al die industrieen,
die de menschen de diensten, die ze hun hebben bewezen, duur hebben
laten betalen. Twee zulke verschillende naturen, twee geesten,
zoo vol tegenstellingen, moesten elkander wel vijandig zijn. Eerst
heerschte er vrede; maar toen Osiris, terugkeerend van zijn glorierijke
overwinningen door de verspreiding van de kennis van den landbouw en
der kunsten, die de menschelijke ziel tot zachtheid stemmen, gevierd
en toegejuicht werd, brak de noodlottige strijd uit.
Tijdens een feest, dat aan zijn broeder en zijn zusters door hem werd
aangeboden, verscheen te midden van een talrijk gezelschap vreedzame
en krijgshaftige goden Set, die, zijn duistere plannen verbergend,
een kist vertoonde, waar hij al zijn kunst op had aangewend. Hij
stelde den verbaasden goden voor, het kunstwerk te willen vereeren
aan dengene, die de kist precies zou vullen. De goden beproefden het
bij beurten, maar niemand slaagde erin. Toen de beurt aan Osiris was
gekomen, ging hij in de kist liggen en, wonderlijk geval, hij vulde die
geheel. Reeds meende hij er heer en meester van te wezen; maar Set,
de listige en wraakgierige, sloeg onmiddellijk het deksel dicht en
sloot de kist. Osiris werd gestikt. Dat
|