edurende eenige uren zich aangenaam of leerzaam
zal kunnen bezig houden.
Het kost werkelijk eenige zelfbeheersching Taormina's hoofdstraat ten
einde te loopen zonder links of rechts een trap af te dalen of op te
klimmen. Bij ieder zijstraatje toch wordt men aangetrokken hetzij door
een pitoresk groepje, hetzij door een geestige fontein of door een
fraaie ruine. Wij bieden echter weerstand aan de verleiding en gaan,
al kijkende en bestudeerende, door tot de Piazza Nove Aprile, vroeger
Piazza Sant' Agostino. En wij willen hier in het voorbijgaan even
opmerken dat het gemeentebestuur van Taormina al even dom is als dat
van een zekere hoofdstad van een zeker land, met zijn neiging om oude
historische namen te veranderen in dien van onbeduidende vorsten en
weinig zeggende data, op die wijze een interessant geschiedenisboek,
waarin de historie van de plaats voor alle eeuwen is vastgelegd,
veranderende in een vulgaire Almanach de Gotha. Laat men in een zich
uitbreidende stad in dezelfde lijn voortwerken en in de namen der
nieuwe straten voor het nageslacht de herinnering bewaren aan de
gebeurtenissen der nieuwe tijden, desnoods aan de toen regeerende
vorsten en aan de bekende mannen, mits zij werkelijk die herinnering
verdiend hebben, er is niets tegen, maar de oude namen moeten in
iedere plaats heilig gehouden worden.
Wij willen dus Taormina's gemeentebestuur niet op dien weg volgen en
houden ons halstarrig aan den ouden naam Piazza Sant' Agostino. Het is
een genot daar een oogenblik te verwijlen want schilderachtiger plekje
is nauw denkbaar. Aan de eene zijde de oude klokketoren, de aardige
renaissance gevel van de San Giuseppe en het gothische kerkje Sant'
Agostino; ten oosten een heerlijk terras met ijzeren hek, vanwaar men
opziet naar de Etna en onder zich heeft een 200 M. diepen afgrond,
welks bijna loodrechte rotsen alleen nog toegankelijk zijn voor eenige
geiten en welks voet bespoeld wordt door de blauwe golfjes van de
zee. Op dit punt is het stadje om zoo te zeggen in tweeen verdeeld
door een ouden vervallen muur in moorschen stijl, over bergen en door
ravijnen afdalende van de ruines van het kasteel van Taormina dat de
rots ten westen der stad bekroont.
Door de poort onder den klokketoren voortschrijdende vervolgen wij
onzen weg tot de Piazza del Duomo, een kerk van gemengd gothische en
renaissance bouw met een fraaien ingang in Siciliaansch gothischen
stijl aan de noordzijde.
Voor den Duomo bevindt zich ee
|