re oorden doch die buiten ons
bestek liggen, al worden die dan ook afgeschilderd als nog mooier
en interessanter dan wij tot dusver zagen. Zoo staan wij nu voor de
moeilijke keus of wij het binnenland zullen ingaan, de kust zullen
volgen of om de Etna trekken.
Na rijp beraad kiezen wij dezen laatsten weg en besluiten met de
Circum-Etneaspoor om en over de Etna een bezoek te brengen aan Catania
en langs de kust terug te keeren naar Taormina.
Andermaal dalen wij langs den heerlijken zig-zag weg af naar Giardini
en sporen van daar naar Giarre. Hier geen dorre omgeving zooals bij
Mola, geen braakliggende landen; vruchtbare wijnvelden liggen aan
beide zijden van de spoorbaan, het oog verlustigt zich in het warme
donkergroen der uitgestrekte citroen-aanplantingen en in het diepe
blauw van de zee.
Wij stappen te Giarre over in de Circum-Etneaspoor, het kleine
armelijke rammelende treintje, dat in 5 1/2 tot 7 1/2 uur
Catania bereikt. De wagens van dit spoortje hebben de bizondere
eigenaardigheid dat een eens gesloten raampje niet meer geopend en
een geopend niet gesloten kan worden; de deuren gaan aan hetzelfde
euvel mank. De stations, veelal uit lava opgetrokken, verkeeren in
den meest armoedigen en primitieven toestand en wij kunnen een gevoel
van deernis niet onderdrukken met de ongelukkige aandeelhouders
in deze onderneming. Eene aangename gewaarwording daarentegen
maakt zich onwillekeurig meester van hem die zonder ongevallen ter
bestemmingsplaats is uitgestegen, na over de slecht-liggende rails
op de woeste lavavelden te zijn gehobbeld. Intusschen de weg dien
men aflegt doet alle ongeriefelijkheden zoo niet vergeten, dan toch
getroost dragen.
Reeds dadelijk na het verlaten van Giarre begint de baan aanmerkelijk
te stijgen en al spoedig bevinden wij ons tusschen de lava. Een
bruinzwarte dikke vloeistof in haar loop plotseling tot steen gestold,
een donkere hardgeworden zee met hare golven en kolken, alom de
meest phantastische krullen en vormen vertoonend, omringt ons aan
alle zijden. Van afstand tot afstand is de steenharde lava geschikt
gemaakt voor den wijnbouw en in vruchtbare velden herschapen. Zooals
reeds vroeger werd opgemerkt komt bij deze bewerking een eereplaats toe
aan den "toovenaar van de Etna", aan de Cactus die, hoe raadselachtig
het moge schijnen, die harde massa weet te doorbreken en weder aarde
weet te vormen in dezen, voor menschen onbewerkbaren grond. Als zij
haar eerste werk verricht heeft,
|