plant men de brem die de lava nog
meer doorbreekt en scheurt, ten slotte de vijg die alles uit elkaar
rukt en den grond weder geschikt maakt voor den wijnbouw. Een boeiend
schouwspel vormen de plotselinge overgangen van de meest desolate
wildernissen tot de groene en vruchtbare landouwen en omgekeerd weder
van deze in een streek van verschrikking en verwoesting.
Voortdurend stijgt de spoor, links ziet men op tegen den berg,
rechts wordt het uitzicht op het golvend binnenland al fraaier en
fraaier. Wij gaan dwars door den inktzwarten lavastroom van 1879,
gevloeid uit den meest noordelijken krater van de Etna, stijgen
hooger en hooger en bereiken na 2 1/2 uur sporens op een hoogte van
750 M. het stadje Randazzo.
Al spoedig blijkt ons dat wij hier worden verwacht. Een station
vroeger stijgt een jongmensch in den trein en vraagt ons of wij de
Hollanders zijn die naar Randazzo reizen. Niet weinig verbaasd kijken
wij elkander aan, doch al spoedig komen wij tot de ontdekking dat een
Belg en zijne vrouw, met wie wij te Taormina kennis maakten, ons bezoek
hebben aangekondigd in den Albergo Italia. De hotelhouder, bevreesd
dat de zeldzame gasten zijn eenigen concurrent zouden bevoordeelen,
zond ons zijnen boodschapper tegemoet, om zeker te zijn dat wij hem
niet zouden ontsnappen. De jonge man, waarschijnlijk bevreesd dat de
jongen van het andere hotel de lucht van zijn plan zou krijgen, had
zich van twee petten voorzien, en eerst toen hij zich van ons bezit
had verzekerd, werd zijn gewone pet voor zijn hotel-pet verwisseld
en trad hij als officieel persoon voor ons op.
De Belgen, die Sicilie reeds vroeger hadden bereisd en dus het
klappen van de zweep kenden, hadden hunne komst te Randazzo vooraf
aangekondigd en den hotelhouder ook op ons bezoek voorbereid, daar wij
dan allicht de kamers iets schooner zouden vinden dan dit gewoonlijk
voor onverwachte gasten is weggelegd.
Onbevreesd dus wandelen wij met den jongen man naar den bewusten
Albergo. Niettegenstaande de vreemde omgeving, hebben wij een
oogenblik het gevoel of wij een hollandsch stadje binnentrekken, immers
evenals daar te doen gebruikelijk is, stroomen ook hier de inwoners
van alle zijden toe om onzen plechtigen intocht bij te wonen, er
vormt zich achter ons een kleine optocht en begeleid door een flink
escorte trekken wij voorbij het andere hotel, welks eigenaar ons
met donkere blikken nakijkt, en komen weldra aan voor een groot oud
palazzo.--Breede marmeren t
|