ingen, meer of minder goed van teekening, dan eens
van schitterende steekspelen, een andermaal van bloedige veldslagen
of bijbelsche tafereelen, zoodat men ze rijdende prenteboeken zou
kunnen noemen. Ook aan den ezel of het paard zijn de kleuren niet
vergeten. Het roode hoofdstel is fijn benaaid met zilveren lovertjes en
kleurige kralen, op den kop en midden op den rug verheft zich een pluim
in sprekende tinten, terwijl belletjes veelal voor de muziek zorgen.
Zoo nadert men Giardini dalend langs den breeden zig-zagweg, wandelend
langs vijgen of amandelboomen, nu en dan verrast door de heerlijke
geuren van bloeiende citroen- of sinaasappelboomen. En bij iedere
bocht van den weg verandert ons uitzicht; wij zien de Etna met
haar rookenden top, de zwarte lavamassa's die tot op uren afstand
voortgevloeid, donkere rivieren lijken die zich in zee ontlasten,
of in het noorden de Straat van Messina, Calabrie, de uitgetande
kust van Sicilie, waarlangs de spoor als kinderspeelgoed voortglijd,
verdwijnend, verschijnend, tunnel in, tunnel uit.
Zoo genietende en bewonderende komen wij aan het strand en bieden
geen weerstand aan de verzoeking een klein tochtje op zee te
maken. Roeibootjes genoeg en geen gebrek aan overvragende roeiers
die u gaarne naar de Grotta Amato of Grotta del Giorno zullen
brengen. Roep hun uit de verte reeds toe dat gij geen Engelschman
of Amerikaan zijt, wij durven u verzekeren dat hij u de helft zal
vragen, en dat niet alleen, hij zal ook verrast opzien als hij
zijn eigen taal hoort, en al hebt gij ook dikwijls moeite uit zijn
eigenaardig dialect wijs te worden, gij zult toch na vijf minuten in
een interessant gesprek gewikkeld zijn over zijn land, zijn gezin,
zijn leven, zijn lijden. Opgewektheid zult gij bij hem niet vinden;
de Siciliaan is over het algemeen somber; zang en lach der Napolitanen
zal men tevergeefs bij hen zoeken, maar zijn fond is beter en hij is
meer ontwikkeld. Trots kijkt hij uit de donkere oogen, ridderlijk is
zijne houding.
Moet ons zijne mindere opgeruimdheid verbazen als wij zijn land
hebben gezien? Ons lachen zon en blauwe hemel toe, wij vinden de
schitterende oude gebouwen en ruines interessant, de lavavelden en
cactussen eveneens. Maar die onafzienbare rotsenmassa's waarop dier
noch plant kunnen leven, al die rivieren en stroompjes die des zomers
hun waterlooze steenen bedding vertoonen, de menschen en kinderen
moordende zwavelmijnen bij Caltanisetta, de alles vernielende dru
|