ouilleerende
agent of soldaat, of een ricksja-koelie, die in zijn voertuig zat te
slapen, door een deken beschermd tegen de ochtendkoelte, was het
eenige, dat de egale grauwheid van den September-morgen verstoorde. De
lage, houten huizen met hunne oploopende dakvorsten staken grijs
af tegen de heldere sterrenlucht, die wederom een prachtigen dag
beloofde; achter hunne gesloten luiken, van waar geen enkel lichtje
uitstraalde, leken zij wel gepantserde blokhuizen.
En zoo draafden onze koelies door een warnet van straten drie kwartier
lang voort, rechts-om, links-om, rechts-om, links-om ... zonder ooit
een oogenblik te aarzelen.
Aan het station vroeg ik aan de jonge dame achter het loket--aan de
groote stations vindt men hier veel dames-employees--in het Japansch
twee kaartjes naar Nikko [1], maar dat bekwam mij slecht. Zij vroeg
mij op haar beurt iets in dezelfde taal en toen bleek mijne onkunde
en moest ik wel terugkrabbelen en Engelsch spreken.
Wij reisden tweede klasse, een zuinigheidsmaatregel, want het geld
is in Japan minstens even rond als ergens anders en de winkels zijn
er verleidelijker. De tweede klasse is echter zeer netjes; even goed
als in Europa.
Vrouwen en meisjes schijnen in Japan tamelijk veel vrijheid te
genieten, maar van de galanterie der mannen heb ik geen zeer hoogen
dunk. Ten minste, wij zaten naast een echtpaar, waarvan _zij_ last had
van de zon. _Hij_ dacht er blijkbaar niet aan, met haar van plaats
te verwisselen, en nadat onze pogingen, de jalouzie op te trekken,
gefaald hadden, stonden wij haar onze plaats af en kwamen zoodoende
tusschen hen in te zitten. De echtgenoot vond zulks waarschijnlijk
geheel overbodig, want toen zij een half uur later uitstapten, deed hij
zulks zonder boe of ba te zeggen of ons met een blik te verwaardigen,
terwijl zij dankend boog. Dit kleine lesje in westersche beleefdheid
jegens het schoone geslacht viel schijnbaar niet in goede aarde.
Krijgt een burgerman eenigszins aanzienlijk bezoek, dan zitten vrouw
en dochters niet mede aan, doch bedienen en bewaaieren den gastheer
en zijne gasten. Na afloop van den maaltijd mogen zij gaan eten. En
toch is er te Tokyo eene universiteit voor vrouwen!
Tegenover ons zat eene dame in een keurige kimono. Het zitten op de
gewone manier verveelde haar zeker na eenigen tijd, zoodat zij hare
sandalen uittrok en met de knieen onder het lichaam plaats nam. Dit
bewerkstelligde zij op haar nauwe plaats door eerst met het g
|