pan is hier wellicht op hare
plaats. En eene lofrede moet het zijn, want, hetzij onder Europeesch,
hetzij onder Japansch beheer, de bediening is er uitstekend, de
keuken uitmuntend, het menu uitvoerig en het bed uitlokkend. Ze zijn
van de nieuwste gemakken voorzien, het personeel is zeer attent,
men behoeft nooit iets tweemaal te vragen en slechts te zinspelen op
het een of ander om het te krijgen, als het ten minste mogelijk is.
Na den middag spoorden wij naar Yokohama, waar het schip lag, gingen
even aan boord, ontdeden ons van de overtollige bagage en spoorden
daarna weer terug naar Tokyo.
In beide steden zag men overal voor openbare gebouwen, legaties,
consulaten, hotels, enz. politie geposteerd, versterkt door
soldaten. Het was juist in de historische dagen na het bekend
worden der vredesvoorwaarden, die de beruchte troebelen ten gevolge
hadden. Opmerkelijk, dat het volk tot gewelddadigheden overging
alleen in die plaatsen, waar vele vreemdelingen wonen, n.l. Tokyo,
Yokohama, Osaka en Kobe. Toch merkten wij nergens iets van eene
anti-vreemdelingen-stemming, niemand veroorzaakte ons ooit eenigen
last, integendeel, men kwam ons vaak tegemoet met den Japanschen
groet: "Ohayo" (eigenlijk: goeden morgen), en was steeds beleefd
en hulpvaardig.
Ook voor ons hotel in Tokyo was een tent opgeslagen en liep een
gewapende schildwacht heen en weer. Toen wij 's avonds langs de haven
wandelden, door haar geringe diepte slechts bereikbaar voor kleine
schepen, en door de opening der tent de soldaten zagen rooken en
praten bij het flauwe licht van een olielamp, werden onze gedachten
als vanzelf gevoerd naar de doodenvelden van Manchourije.
Voor de poort, die toegang gaf tot den tuin, had de schildwacht het
geheele bediendenpersoneel om zich heen verzameld, dat aandachtig naar
hem luisterde. Waarschijnlijk vertelde hij hen van de slagvelden
aan gindsche zijde der Japansche Zee, van den moed der Russen,
de nog grootere doodsverachting hunner tegenstanders, en van de
overwinningen, die altijd waren aan de zijde van het grootste
intellect, den onverzettelijksten wil en de vurigste vaderlandsliefde.
Wij begaven ons vroeg ter ruste, want een lange dag wachtte ons.
Den volgenden morgen zaten wij om 4 uur reeds in de ricksja, daar de
trein een uur later van het Uyeno-station vertrok, gelegen aan het
andere einde van Tokyo. Het begon pas te schemeren en de stad lag nog
in diepe rust. Hier en daar een enkele voetganger, een patr
|