eegesleurd, hetgeen bewijst dat
voor de elementen niets heilig is. De tocht ging eerst langs
de rivierbedding en soms een eind er door. Het landschap was
buitengewoon mooi. De weelderige, afwisselende plantengroei op de
hellingen der ons aan alle zijden omringende bergreuzen, helaas nog
geen sterk geprononceerde herfsttinten vertoonende; de steile rotsen,
soms in woeste wanorde langs het pad oprijzende; de overhangende
boomen, hun grillige kronkelvormen afteekenende tegen de blauwe
lucht; de diepe kloven, waarlangs de paarden met rustige zekerheid
voortdraafden; de schitterende bloemen, tegen de met mos en varens
begroeide granietwanden opklimmende tot onbereikbare hoogten; het
vogelenheir, zingende in het geboomte ... dat alles maakte op ons
een onvergetelijken indruk.
Op sommige mooie punten, een magnifieke kiek biedende op een
waterval of rotspartij, stonden theehuizen. Wij hadden echter haast
en hielden ons nergens op. De weg werd steil en zigzagwijze ging
het naar boven. Onze groom was, naar wij meenden, achtergebleven,
maar op een zeker punt zagen wij hem in een theehuis zitten rooken en
drinken, terwijl hij op ons wachtte. Hij had n.l. het veel kortere,
voor paarden onbegaanbare voetpad gevolgd.
Om 4 uur waren wij bij den beroemden waterval, die van eene hoogte
van 250 voet naar beneden stort. Wij daalden langs een smal paadje
naar beneden en bevonden er ons vlak tegenover, aan den anderen kant
van het ravijn, waaruit een fijne mist opsteeg, die den bodem geheel
verborg. Het was een grootsch gezicht. Uit het donkere oerbosch te
voorschijn snellende viel de breede waterkolom met donderend geraas
naar beneden; door een sluier van duizende in het zonlicht glinsterende
waterdroppels zagen wij den mozaiekwand der rots, op vreemde manier
met scherpe, naar beneden wijzende punten uitgesleten en begroeid
met bloemen, varens en rood, bruin en groen mos.
Slechts noode verwijderden wij ons van dit schouwspel. Een ritje van
5 minuten bracht ons bij het bergmeer van Chuzenji, 4400 voet boven
den zeespiegel gelegen, 12 K.M. lang en 4 K.M. breed. Het voedt den
grooten waterval.
Op de brug, die naar het Lake-Side-hotel voert en waaronder het
water slechts langzaam voortstroomt, om echter spoedig te versnellen,
bleven wij vol bewondering staan. De zon had zich achter een donkere
wolk verborgen, welks gekartelde randen zij gouden kleurde, en hare
stralen vielen heel in de verte op het kalme meer, op den achtergrond
van b
|