gevaren, terwijl uw bootje schuurde langs
het papyrus-riet en een bruine gestalte op de voorplecht op zangerigen
toon zijnen makkers verhalen deed uit de "Duizend-en-een-nacht";
die evengoed bekend zijt in den Harz als in de Ardennen; die het
weemoedvolle lied van de Lorelei gezongen hebt aan den Rijn en de
tintelende Marseillaise aan de boorden van de Seine; die gezworven hebt
zoowel in de Schotsche hooglanden als in het Zwarte Woud; die de Alpen
hebt beklommen en op een drijvend hotel naar de Nieuwe Wereld zijt
overgestoken; die het land der middernachtzon hebt leeren liefhebben en
ook uw eigen vaderland hebt leeren waardeeren; die den zonsondergang
hebt aanschouwd onder de linie ergens op den Oceaan en den zonsopgang
aan het Vierwaldstaedtermeer; die Napels hebt gezien zonder te sterven
en Monte-Carlo zonder te spelen ... voor u herhaal ik:
"Nikko minai uchi wa, kikko to iuna!"
Ten 11 uur van Nikko vertrekkende, waren wij 4.15 te Tokyo en gingen
precies 6 uur door met den nachttrein naar Kobe. We konden dus niets
meer zien van Tokyo, zijne straten en paleizen, zijne schouwburgen
en bazaars, zijne tempels en museums, zijne parken en vijvers. Dat
was wel jammer, doch kon niet verholpen worden. De plicht gebood ons
terug te keeren.
Wij hadden trouwens al veel meer ongezien moeten laten, zelfs in de
plaatsen die wij bezochten.
In den trein was eene restauratie-wagen, waar men zeer smakelijk kon
eten. Overal electrisch licht en dito waaiers.
Wat de spoorwegen aangaat is alles hier uitstekend in orde. Op
alle stations vindt men duidelijke aanwijzingen in de Japansche en
Engelsche taal aangaande den loop der treinen. Bordjes vermelden het
eerstvolgende station aan beide kanten, en den afstand tot begin- en
eindpunt der lijn. Nergens behoeft men de rails over te steken, want
zelfs op de kleinste stations leidt een ruime brug, geheel overdekt,
naar het 2de perron. Blijkbaar zijn de zaken hier van het begin af
goed aangepakt en was er een ruime beurs voorhanden. Maar de Japanners
konden ook dadelijk van de nieuwste uitvindingen gebruik maken en
zoo den langen lijdensweg vermijden, dien men vaak in andere landen
bewandelt, waar men, met primitief materiaal begonnen, slechts langzaam
en geleidelijk verbeteringen invoert en nieuw materiaal aanschaft.
Rook- en dames-coupe's mist men hier, maar die zijn eigenlijk ook
overbodig; immers de dames rooken ook.
Wat de reden is, dat wij gedurende onzen zesdaagschen tocht ge
|