FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   >>  
ood uit, waarmede zij tot den jongen ging: "Daar, Janneken," sprak zij, "dat heb ik nog bewaard om pap voor uw arm zusterken te koken; maar ik denk wel dat zij het toch niet meer zal noodig hebben, dat onnoozel schaapken!..." Hare stem brak, want haar moederbart liep over van pijn. Zoodra Janneken het brood, als eene gelukstar, voor zijne oogen zag blinken, begonnen de spieren zijner wangen zich bevend te bewegen en hij sprong op, met de twee handen te gelijk vooruit, grijpende het kleine brood als een wolf, die zijne prooi aanvat. De vrouw keerde terug naar het zieke kind, dat zij nog eens bestaarde, en viel dan weder als machteloos op den steen. Met gretigheid en met eene onbegrijpelijke blijdschap zette het jongsken zijne tanden aan het brood en beet er eenige malen driftig in, tot hij een weinig meer dan de helft er van gegeten had; dan hield hij eensklaps op, bezag het stuk meer dan eens met gulzigheid, bracht het meer dan eens aan zijnen mond, doch at er niet meer van. Eindelijk opstaande, ging hij langzaam tot bij de vrouw en, na haar bij den arm geschud te hebben, om haar op te beuren uit den slaap, waarin zij scheen verzonken te liggen, reikte hij het stuk brood tot haar en sprak met zoete stem: "Moederken-lief, daar! ik heb een stuksken bewaard voor ons Mieken. Ik heb nog wel grooten honger en pijn in mijnen buik, maar als vader t'huis komt, dan zal ik immers eene boterham krijgen, moeder?" De ongelukkige vrouw sloeg hare beide armen om het goede kind, en drukte het met liefde tegen hare borst; een oogenblik daarna liet zij het ongevoelig van hare knieen glijden, en verviel in hare eerste neerslachtigheid. Janneken ging heel zachtjes tot bij zijn ziek zusterken, zoende het op hare magere wang, zeggende: "Blijf gij maar slapen, Mieken-lief",--en keerde terug bij het vuur, waar hij weder ineenkroop en stilzwijgend op den grond bleef zitten. Het was dan dat de weldadige juffer op den dorpel der arme woning stond en hare vriendin in de verte zag aankomen. Nog een gansch uur verliep er, zonder dat de rampzalige moeder uit hare bittere mijmering opstond. Zij ook had honger, zij ook voelde de stem des roependen lichaams, en pijnen doorgriefden haar ingewand.... Maar zij zat bij een akelig doodbed; zij verwachtte met angst dien schrikkelijken stond waarop zij, moeder, haar kind zou zien snakken en sterven.--Kon zij dan aan hare eigene pijnen denken? Neen! eene moeder is altijd moeder, gelukkig of rampz
PREV.   NEXT  
|<   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   >>  



Top keywords:

moeder

 

Janneken

 

Mieken

 

pijnen

 

keerde

 
zusterken
 

honger

 

bewaard

 

hebben

 

immers


zeggende
 

stilzwijgend

 

slapen

 

krijgen

 

boterham

 

ineenkroop

 

eerste

 
oogenblik
 

ongelukkige

 

daarna


zitten

 

liefde

 

drukte

 

ongevoelig

 

zachtjes

 

zoende

 
magere
 
neerslachtigheid
 

knieen

 
glijden

verviel

 

zonder

 

schrikkelijken

 
waarop
 

verwachtte

 

doodbed

 

ingewand

 

akelig

 
snakken
 

altijd


gelukkig

 

sterven

 

eigene

 

denken

 

doorgriefden

 

lichaams

 
vriendin
 
woning
 

aankomen

 

weldadige