FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   >>  
man bij het bed en bezag met nog scherpere blikken het stervende wicht, dat zijne weifelende oogskens nog tot zijnen vader ophief. "Trees," riep hij, "zie, ik kan het niet meer uitstaan. Het is gedaan, het moest er dan toch eens van komen!" "Wat is het? Och God, wat hebt gij?" De man is wiens hart een groote strijd volvoerd was, bedaarde spoedig; en, gissende wat benauwdheid hij zijne goede vrouw door zijne uitroepingen had veroorzaakt, nam hij haar bij de hand en sprak met neerslachtigheid: "Trees, gij weet het, vrouw, sedert dat wij getrouwd zijn, heb ik altijd gewerkt; nooit heb ik eenen dag laten voorbijgaan zonder voor u en onze kinderen te zorgen. Zou ik dan, na tien jaren zuren arbeid, moeten gaan bedelen? Zou ik het brood, dat ik door mijn zweet altijd verdiend heb, nu van deur tot deur moeten gaan vragen? Trees, dat kan ik niet doen... al stierven wij altemaal van nood en gebrek. Zie, ik word rood van schaamte, als ik er aan denk. Bedelen? Neen, er blijft ons nog iets over dat ons voor eenigen tijd eten zal bezorgen. Het doet mij pijn, vrouw, maar ik ga onzen mosselbak op de Vrijdagsche markt doen verkoopen. Misschien zal ik werk hebben tegen den tijd dat dit weinig geld zal op zijn; en dan zullen wij sparen om eenen nieuwen bak te koopen. Wacht dan nog een half uurken, en dan zal ik u altemaal eten brengen." De mosselbak was het eenige werktuig, waarmede de brave werkman zijn brood verdienen moest; geen wonder dan dat hij met zooveel droefheid het besluit nam hem te verkoopen. De vrouw werd niet min dan hij mistroostig bij dit noodlottig voorstel; doch, daar haar moederhart met dwingende stem voor hare kinderen om hulp riep, keurde zij het voornemen haars mans goed en antwoordde: "Ja, ga maar naar de Vrijdagsche markt, en verkoop den mosselbak maar, want ons arm Janneken krimpt ineen van den honger. Ik kan zelve bijkans op mijne beenen niet meer staan; en dat onnoozel schaapken, dat daar ligt te snakken.... Och, waart gij al een engeltje in den hemel, lief kind!" Hier begonnen hare tranen weder uit hare oogen te rollen; eene beweging als die welke hij reeds gevoeld had, schokte het lichaam des mans, en zijne vuisten nepen zich weder krakend toe. Evenwel, hij bedwong zich en sprong wanhopig de deur uit. Men hoorde weldra het gerucht van een rijtuig, dat, met snelheid, voortgedreven werd. Het gerucht verging oogenblikkelijk. * * * * * III Op de Vri
PREV.   NEXT  
|<   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   >>  



Top keywords:

mosselbak

 

altijd

 

altemaal

 

moeten

 

kinderen

 
verkoopen
 

Vrijdagsche

 

gerucht

 

mistroostig

 

antwoordde


verkoop
 

besluit

 

keurde

 

droefheid

 

zooveel

 

moederhart

 

dwingende

 
voorstel
 

verdienen

 

werkman


voornemen

 

werktuig

 

waarmede

 

noodlottig

 

krakend

 

Evenwel

 
bedwong
 
vuisten
 

gevoeld

 
schokte

lichaam

 

sprong

 

wanhopig

 
oogenblikkelijk
 

verging

 

voortgedreven

 

snelheid

 

hoorde

 
weldra
 

rijtuig


beweging

 

beenen

 

onnoozel

 

schaapken

 

bijkans

 

krimpt

 
honger
 
snakken
 

tranen

 

begonnen