FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   >>  
uit op de blauwe lippen der vrouw, en wreef hare handen met vurigheid in de haren. Zij liet eenen schreeuw van blijdschap, toen zij de oogen der moeder zich ontsluiten zag. Gedurende dien tijd had Adela zich niet vergenoegd met op dit tafereel van honger en armoede te staren; daar zij de uitroeping van den kleinen jongen gehoord had, was zij met haast bij den mosselbak gegaan en had den steenen pot met een brood binnengebracht, terwijl zij den jongen eenige stukken houts op het vuur had doen werpen. Zoodra Janneken het brood gezien had, waren zijne oogen er niet meer van afgekeerd geweest, en hij had nog eens om eene boterham gebeden. Adela, die 's morgens nog zooveel afschrik van arme menschen getoond had, bevond zich dermate ontroerd op het gezicht van een zoo bitter lijden, dat zij zelve het mes van de tafel nam, en het brood tegen hare borst en fraaie kleederen plaatste om den jongen de boterham, waar hij naar snakte, voor te snijden. "Daar, mijn kind," sprak zij, "eet maar wel. Gij zult geenen honger meer lijden." Janneken vatte de boterham met blijdschap, kuste zijne hand ten teeken van dankbaarheid en zag Adela met zulke zoete blikken aan, dat zij zich omwenden moest om hare tranen van aandoening te verbergen. Terzelfdertijd had de moeder hare oogen geopend en, als met zaligheid op haar etend kind gevestigd. Misschien ging zij met woorden hare weldoenster bedanken; maar de komst van haren man belette haar dit. Hij, ziende zijne vrouw, tegen zijne verwachting, levend terug, plaatste met haast eene flesch op de tafel, sprong vooruit, vloog om haren hals met eenen vloed van blijde tranen, en zoende haar menigmaal als verdwaald! Hij hield haar in zijne armen gesloten alsof hij vreesde haar nog te kunnen verliezen, en riep gedurig: "Trees-lief, leeft gij nog, mijne goede vrouw?... dan is het niets. Ik heb geld van onzen mosselbak; nu zullen wij eten. Wees maar gerust. Och God, zie, in al mijn ongeluk ben ik nog zoo blij als een engel!... Ja, Trees-lief, want ik dacht zeker dat ik u nooit op de wereld meer zou gezien hebben!" Annah kwam bij met eene kom wijn, en hield ze aan de lippen der zwakke vrouw. Terwijl deze den versterkenden drank inzwolg, wierp de man blikken van verwondering op Annah en op hare vriendin, die een weinig verder met Janneken bij het vuur stond en zijne twee handjes vooruithield, zeggende: "Warm uwe pollekens maar, mijn manneken, en eet uwe boterham al gauw op; ik zal er u nog
PREV.   NEXT  
|<   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   >>  



Top keywords:

boterham

 

Janneken

 

jongen

 

gezien

 

plaatste

 
lijden
 

honger

 

tranen

 

blijdschap

 

moeder


blikken
 

mosselbak

 

lippen

 

levend

 

belette

 

ziende

 

verwachting

 
verliezen
 

verdwaald

 

menigmaal


kunnen

 

vreesde

 

gesloten

 

gedurig

 

vooruit

 

sprong

 
zoende
 
blijde
 

flesch

 
inzwolg

verwondering

 

vriendin

 

versterkenden

 
zwakke
 

Terwijl

 

weinig

 

verder

 

pollekens

 
manneken
 

zeggende


handjes

 

vooruithield

 

gerust

 

zullen

 

ongeluk

 

wereld

 
hebben
 
werpen
 

Zoodra

 

stukken