FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   >>  
aar, daar staat het. Gij ziet het ook, vrienden, het Socialisme." In een opvlamming kort had hij 't gewezen, van uit zijn kracht, van uit zijn zeekre hart. En als een vlam van zilver ging hij zitten. En zij, zij keken allen op hem. En Willem keek tot hem vol ademlooze verbazing op,--op hem met teere liefde. En hij zat stil schuin naar benee te kijken, de woorden waren weg, zijn hart klopte. Zijn vriend verrees, de kleine sterke Franschman, die 't leven lang voor 't proletariaat gewerkt had. Hij leek een gouden rechte vlam, als in 't glas van een lampje op het koper staat. Maar zijn stem was als de stem van de zee, als ze gehoord wordt met korte rukken, die de onophoudelijke wind meedraagt, en broederlijk in stukken geeft aan 't land. "Een ander maal zal ik u meer verhalen. Nu slechts een enkel woord, het is al laat. Het was voorjaar, mijn kindren, en de zoete luchten vol wolken vlamde' over Parijs. Zooals een bloem breekt in de lente, eene papaver met zijn breede ronde bladen, zoo is toen in die stad, voor 't eerst, Europa een oogwenk rood socialistisch geweest. Gij weet het, kindren, het was de Commune. O zacht klinke de naam zooals een bloem. Parijs was toen zoo schoon. Er waren geene heeren, noch hoeren, want die lichtekooie papegaaien zaten saam in Versailles.-- Er liepen geen prostituees op straat.-- Er dreven geen lijken meer in de Seine.-- Er werd niet gestolen en niet gemoord.-- Men kwam veel menschen met de hoop al tegen op hun gezicht.--Het was het eerste windje van dien dag, die eens komt, als alle kindren zullen lachen op de hoeken der straten, en als de kindren ook de menschen lachen. Zal 'k u een teeken van de toekomst zeggen, wat ik toen zag in het oude Parijs? Er waren geen prostituees op straat-- de lichtekooien in hun roode zijde waren weg.--Maar weet ge wat men zag?.-- De arbeidersvrouw in het openbaar leven. Parijs was toen een goudschijnende fakkel. Parijs was toen een heerlijke middernacht. Parijs was toen een roode granaatappel, die met zijn roode wangen aldoor lacht. Wat zaten er toen aan den nok der daken, aan hun zoldervensters een jonge harten, uitkijkend, zooals duiven, naar de zon--welk een schoon bruischen van filosofie steeg op--o welk een liefde ging verloren! Want 'k hoef u niet te zeggen, mijne vrienden, na wat mijn vriend straks zeide: 't ging verloren, want het eene noodige, het ontbrak, de doelbewuste strijdorganisatie. Arbeiders kunnen nooit
PREV.   NEXT  
|<   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   >>  



Top keywords:

Parijs

 

kindren

 

menschen

 

vriend

 

zeggen

 

lachen

 
verloren
 

zooals

 

schoon

 
prostituees

straat

 

liefde

 

vrienden

 

hoeren

 
lichtekooie
 

papegaaien

 
eerste
 

lijken

 

gemoord

 

dreven


windje
 

Versailles

 

gestolen

 

liepen

 

gezicht

 
arbeidersvrouw
 

bruischen

 

filosofie

 

duiven

 

uitkijkend


zoldervensters

 

harten

 

strijdorganisatie

 

doelbewuste

 

Arbeiders

 
kunnen
 

ontbrak

 
noodige
 

straks

 

lichtekooien


toekomst

 
hoeken
 

straten

 

teeken

 

openbaar

 

aldoor

 
wangen
 

granaatappel

 
goudschijnende
 
fakkel