ns aan al de huizen in de stad.
Denk eens aan al de dingen in ons land
en in de landen hieromheen, de boomen,
den grond, al wat er op is....
Wat zijn het
behalve natuurdingen?--het zijn _waren_.
_Koopwaren voor den mensch_.
Zie eens, elk ding heeft waarde.
Wat is die waarde, wat is de ruilwaarde?
Het is de Arbeid, gemeten door den tijd.
Onze arbeid, van u en mij, schept waarde.
En de bezitters ruilen waarde tegen
waarde. Maar hoe ontstaat het kapitaal?
Hoe komt het dat er altijd meer komt in
d' handen van hem die kapitaal bezit?
Hoe schept bezit bezit, geld geld, waar waarde?
Hoe komt uit ruilen altijd meer, meer voort?
Dat komt, Maria, omdat onder de waren
die geruild worden er ook menschen zijn!
Dat komt omdat wij, gij en ik, zijn onder
de ruilwaarden, en wij, wij kunnen meer
waarde maken dan wij waard zijn.--
Ons bloed kan meer doen dan het kost, ons eten,
de kleeding die wij dragen, de kamers
die wij bewonen en de brandstof die
wij verbranden,
op een dag, in een maand, of in een jaar,
is minder waard, heeft minder waarde, wordt
om 't duidlijker te zeggen, in korter
tijdsduur gemaakt dan wat wij zelve maken
hier in de fabriek in een jaar, een maand,
of op een dag.--
We ontvangen voortbrengsel
van zes uur misschien, wij geven van twaalf.
En dat meerdere, die meerdere waarde,
dat nieuwe werk aan grondstof toegevoegd,
neemt de eigenaar der fabriek, en wij gaan
iedere week met net genoeg naar huis
om van te leven schamel en karig.
Begrijp je 't Maria, het kapitaal?"
Maria knikte.
En de werkman zei:
"En zoo gaat 't overal op heel de wereld
waar 't kapitalisme is. Iederen dag
scheppen de millioenen loonarbeiders
meer dan zij krijgen. Het kapitaal groeit,
het wordt een eeuwig groote gouden berg."
Ze dreven ieder hunne handen door
de draden, grepen hier en grepen daar,
met hun gedachten half en met hun handen
heel in het werk. Het werk schoot op, het werd
grooter, er kwamen meer draden des inslags.
"Wat is nu de drijfkracht van dit alles",
zoo ging hij voort, "hoe komt het dat altijd
meer komt, waarom gaat 't overschot niet op
of blijft gelijk? Dat moet ik je ook nog zeggen,
opdat je een goeie socialiste wordt.
In de eerste plaats zijn Wij dus de drijfkracht.
Wij maken altijd meer, en zooveel meer
dat elk jaar overblijft, en ieder jaar
wordt gevoegd het surplus bij 't kapitaal.
Maar in de tweede plaats is deze het,
|