FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   >>  
eten wanneer de liefde de eerste klop doet in zijn slaap, daar hoog aan zijn gezicht, laag in zijn hart. Wij willen aan ons meisje vertellen, wat de liefde is, wat de man. Wij willen bij haar zijn totdat zij vrouw is, als haar eigen zuster. Wij willen bij onzen man zijn opdat wij onze liefde voor hem, o, doorproeven. Tot aan zijn dood of onzen dood. En omdat onze kinderen moeten zien wat of een huwlijk is. Daarom d' achturendag, want zonder dien bestaat daarvoor geen tijd. Wij eischen den achturendag omdat ons hart brandt. Wij zijn niet de doode menschen der bourgeoisie, wij zijn de proletaren, de bloemen der menschheid. In onze harten brandt een fakkel, wij willen naar hooger als vlammen. De natuur roept ons. Ziet ge die blauwe wolken? Daarheen willen wij, hier onze kleine gestaltetjes. Wij willen de natuur in, willen schoonheid zoeken en vinden in het schuim der zee, wij willen de muziek aanhooren die opstijgt van het zeevlak, wij willen liggen aan 't strand en de geheimen van de schelpen en het zand voor ons uitkijken, wij willen de vogels zien gaan in 't bosch, wij willen de bloemen daaruit zien groeien, wij willen de zon als een broeder voelen, even vrij als hij zijne stralen zendt willen wij dat de menschheid ons uitzendt. Wij willen 's avonds in ons kamertje gedichten lezen, bliksem door de hersens voelen van gedachten, en gloed in wel van ons hart, als de hartstocht in leugen en schoonheid der fantasie waarheid wordt. Wij willen in de museums stil gaan langs de marmeren lijven, en in ons schoonheid voelen aan de antieken verwant. Wij willen bij de muziek luisteren die als een stroom over ons henen komt, en ons reinigt als een stroom door ons hart. Wij willen reine wetenschap kennen want zonder die worden wij nimmer sterk. Wij eischen den achturendag omdat hij vastheid geeft. Wij eischen den achturendag omdat gij en ik moeten maken lichamen van menschen, die de bezitters bestrijden. Gij en ik moeten van onz' lijven stalen geraamten maken, waar de harde vuist van den patroon op stuk slaat, als hij ons aantast. Gij weefsters en gij naaisters en gij die spint--ziet gij niet hoe uw heeren maken verbonden tegen u,--gij, maakt ze ook en strijdt met hen. Tijd is noodig, een stukje van den tijd. Wij moeten 's avonds in dat stukje tijds, geroofd van 't kapitaal, in ons hoekje gaan zitten en studeeren wat toch is de maatschappij en haar groote lichaam. Wij moeten met gedachten in
PREV.   NEXT  
|<   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   >>  



Top keywords:

willen

 

moeten

 

achturendag

 

eischen

 

voelen

 

schoonheid

 

liefde

 

brandt

 

stroom

 

gedachten


zonder
 

menschen

 

lijven

 
stukje
 

avonds

 

menschheid

 

muziek

 

bloemen

 
natuur
 

reinigt


kennen

 

wetenschap

 
wanneer
 

vastheid

 

nimmer

 
worden
 

marmeren

 

leugen

 

fantasie

 

waarheid


hartstocht
 

hersens

 
museums
 
verwant
 

luisteren

 

antieken

 

lichamen

 

noodig

 

strijdt

 

geroofd


maatschappij
 

groote

 

lichaam

 

studeeren

 
kapitaal
 

hoekje

 

zitten

 

verbonden

 

patroon

 
geraamten