The Project Gutenberg EBook of Broeder en Zuster, by Cyriel Buysse
This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.org
Title: Broeder en Zuster
Author: Cyriel Buysse
Release Date: July 8, 2006 [EBook #18793]
Language: Dutch
Character set encoding: ASCII
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK BROEDER EN ZUSTER ***
Produced by Johan Boelaert
Broeder en Zuster
DOOR CYRIEL BUYSSE
Gepubliceerd in:
Nederlandsch Museum.
Tijdschrift
voor Letteren, Wetenschappen en Kunst,
onder redactie van
Mr. J. O. De Vigne, Profr. Paul Fredericq,
Mr. A. Prayon-Van Zuylen, W. Rogghe, Dr. Max Rooses,
Mr. C. Siffer en Profr. J. Vercoullie.
TWEEDE REEKS, DERDE JAARGANG.
I.
GENT,
Algemeene Boekhandel van AD. Hoste, Uitgever,
Veldstraat, 49.
1886.
Blz. 307 - 321.
* * * * *
Zij keek, half over het portier gebogen, door het open venstertje,
als de trein in het station aankwam. Hij stond haar af te wachten;
doch eerst herkende hij haar schier niet meer. Het was zoolang
geleden dat zij elkaar[1] gezien hadden. Hij nam haar vriendelijk bij
beide handen, terwijl zij blozend en glimlachend van den
spoorbaanwagen stapte, en kuste haar bewogen op beide hare wangen.
Zij zag er zoo goed uit, sprak hij. Hij droeg haar pakje in de hand
en leidde haar tot aan zijn rijtuig, dat naar hen stond te wachten.
Zij namen plaats nevens elkander. Daar zaten zij nu nog bijeen, de
broeder en de zuster, na zulke lange scheiding. Eenige grijze haren
doorkruisten reeds als zilverdraadjes zijne zwarte lokken; zij kwam
slechts in den bloei des levens. Zij was ook lang en slank van
gestalte zooals hij, doch iets kleiner; zij had ook donkerbruin haar,
bruine oogen, en op haar aangezicht iets zachts en liefelijks, dat
thans onder den indruk van hare gevoelens in een weemoedvollen
glimlach scheen te versmelten. Van het verledene werd niet gesproken;
hij vroeg haar niet, waarom zij sinds tien jaren niet eens bij hem
gekomen was, niet eenmaal had geschreven; hij zei haar enkel, dat hij
zoo gelukkig was haar terug te zien en zij zoo verschoond en zoo
veranderd was, dat hij haar nimmermeer erkend zou hebben. Hij sprak
haar ook van Tante, die gestorven was, en vroeg of deze gedurende
hare ziekte veel
|