FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   >>  
op hare borst en verzinkt in gedachten. Zij droomt van de toekomst. Zij reist op den spoortrein; de loop van het rijtuig geeft haar zulken indruk. Hij die nevens haar zit is Rene niet, het is Leon Duval. Leon is tenger van gezondheid, hij hoest, de avondkilte doet hem kwaad, zij sluit het venstertje zorgvuldig en strikt een zijden doek om zijnen hals. Zij vraagt hem of het beter is. Hij bedankt haar met eenen glimlach. Weldra komen zij aan in eene groote stad door duizenden lantaarnen verlicht. Zij stappen van den trein en trekken door eenige straten, zij aan zijnen arm. Daar staat een huis, niet groot, niet hoog, niet schoon, voor iedereen gelijk aan andere die er nevens staan, maar voor haar glanzend en schitterend van pracht, want daar heerscht geluk, voorspoed en liefde. Dat is haar huis en daar woont zij met Leon, want hij is haar man, zij is zijne vrouw. Hij doet de voordeur open en zij loopt ongeduldig binnen en in een oogenblik hangen haar twee, drie kleine knapen om den hals, die haar "Mama, Mama!" toeroepen en haar beurtelings moeten omhelzen; en de jonge kindermeid komt haar met een glimlachend welkom het kleinste op de armen brengen, dat nog niet alleen kan loopen. Zij legt de koekskens en het speelgoed, die zij heeft medegebracht, in de gretige handjes en geeft een teederen kus aan elk geliefd gezichtje. En dan neemt zij haar kleintje in de armen, dat een meisje is, en streelt en kust het ook, en spreekt er kweelend tegen om het te doen lachen, terwijl hare hand zijn hoofdje zachtjes schudt en hare vingeren twee malsche kuiltjes in zijne blozende wangskens duwen; en dan kust zij het en herkust het nog, en geeft het eindelijk aan de jonge meid terug, terwijl zij haren man bekijkt met een gelaat, dat glanst van trotschheid en geluk. Laurence heeft hare oogen geopend. De stem van Rene heeft haar eensklaps tot de wezenlijkheid teruggeroepen; het meisje, gansch in hare zoete begoocheling verzonken, heeft zijne woorden niet verstaan.--Hij herhaalt: "Hij schijnt mij zoo ziek, Laurence."--"Ziek!" zegt zij nog gansch bedwelmd, als kon zij niet begrijpen van wien hij spreken wil. "O neen," herneemt hij nog eens, "Leon is niet goed." Eene koude huivering doorrilde hare ledematen. Helaas! zij wist het ook: zij had gedroomd! * * * * * Tien jaren zijn verloopen. Het huis, de tuin, de fabriek, geheel de levenswijze van Rene en zijne zuster zijn niet veranderd. Alleen is zijn haar nu gansch wit
PREV.   NEXT  
|<   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   >>  



Top keywords:

gansch

 

terwijl

 

Laurence

 

zijnen

 

nevens

 

meisje

 
eindelijk
 
herkust
 

bekijkt

 

glanst


trotschheid

 

gelaat

 

streelt

 

spreekt

 

kweelend

 

kleintje

 

geliefd

 

gezichtje

 

geopend

 
vingeren

malsche

 

kuiltjes

 

blozende

 

schudt

 

zachtjes

 

lachen

 

hoofdje

 

wangskens

 
Helaas
 

ledematen


gedroomd

 

doorrilde

 

huivering

 

herneemt

 

veranderd

 
zuster
 

Alleen

 

levenswijze

 

geheel

 

verloopen


fabriek

 
verzonken
 

begoocheling

 

woorden

 

verstaan

 

herhaalt

 
teruggeroepen
 

eensklaps

 

wezenlijkheid

 
schijnt