t
ondoorgrondelijke wijsheid, heeft gewrocht, tot een voorbeeld voor de
kunstenaren.
Ik bevind mij heden in een opgewonden stemming, want Nadaniel heeft mij
verzekerd, dat er onder de hedendaagsche kunstenaren heel veel
koomenijsbazen zijn, daarom wanhoop ik niet dat ook in mij iets groots ligt
en derhalve heb ik het plan om mij behalve op de letteren, ook op de
schilderkunst te werpen.
Dit voornemen heb ik te danken aan de Eksposietsie van de schilderijen die
ik heden bezocht zonder perreplu, veroorzakende deze een onkosten van 10
cents voor de bewaring, die onnoodig is.
Ik gevoel mij sedert gisteren zoo verheven, zoo echt kunstig, waarde
echtvriendin en nabestaanden! want ik heb op die tentoonstelling kennis
gemaakt met een sjenie, hij heet Maeceen en is een groot kunstenaar die
kennis heeft van al de schilderijen.
't Is bepaald een groot kenner want hij vindt bijna nooit iets mooi en weet
op alle schilderijen iets aan te merken. Hij praatte veel met mij en leerde
mij in een oogenblik de kunst begrijpen. Hij vertelde mij dat schilderen
eigenlijk zoo moeilijk niet is als 't lijkt en dat men, bijaldien men
slechts goede penseelen heeft en vooral een boel goede verf, een heel eind
ver komt in de kunst, ten minste wanneer men natuurlijken aanleg heeft en
navolgingstalent om de natuur getrouw na te bootsen.
Nu! dat heb ik; daarvan ben ik zeker. Herinner u maar eens dierbare
echtgenoote, hoe goed ik destijds, toen ik nog niet door de kathedrale
koortsen, die bezetting op mijn stem kreeg, een haan kon nabootsen en ook
thans nog met duidelijkheid, het geluid der kikkers voortbreng, terwijl ik
in hondengeblaf en kattengeschreeuw, lang niet onverdienstelijk, de natuur
overtref.
Ik deed bij wijze van proefstuk aan den heer Maeceen een honden geblaf na,
met gejank aan 't slot. Hij stond verbaasd over mijn talent, want de
oppasser kwam dadelijk kijken waar de hond was, hij snapte mij evenwel
niet, en toen ik nogmaals met natuurlijkheid een kat voorstelde zeide mijn
vriend mij, "ge hebt aanleg, veel aanleg, want ge copieert de natuur en
schilderen is niets anders dan copieeren--ge zult zonder twijfel ook in 't
schilderen wel iets kunnen leveren." Ik kocht derhalve heden voor *f
3.48^5 aan penseelen en voor ca. f 6 aan olieverf in tinnenspuitjes;
plankjes om op te schilderen heb ik te huis genoeg van de rozijnkisten, dat
is gladhout als 't afgeschaafd wordt.
Notabene, laat de jongen vast een stuk of zes kisten uit elk
|