aar slaan en de
plankjes afschaven, dan kan ik cito beginnen te schilderen als ik te huis
kom. Mijn eerste werk zal uw portret zijn waarde vrouw! daar gij mijn
eerste en eenigste liefde zijt en een schilder, zoo als Maeceen zegt een
ideaal moet hebben om naar te werken--zoo zult gij het eerst in olie worden
uitgevoerd.
Daar ik mij door de voorlichting van Maeceen nu reeds als artist gevoel,
zoo kan ik ook gerustelijk mijn oordeel over de schilderijen zeggen en
letterkundig in mijn reisdagboek boekstaven, vooral ook omdat ik van hem
eenige der meest gebruikelijke kunsttermen heb geleerd, die ik met oordeel
door mijn beschouwing meng. Dezelve zijn o.a.: _braaf gedaan_--_knap
gedaan_--_gelikt_--_wasachtig_ --_harig_--_stout gepenseeld_--_ferm
aangepakt_--_gesmeerd_--_goed van toon_--_verwerig_--_porseleinig_
--_zoeterig_--_gepeuterd_--_konventioneel_--_gemaakt_ --_galachtig_--_mooi
van factuur_--_realistisch_--_lekker_--_breed_--_vuil_--_week_--_kras_--
_degelijk_ enz. enz.
Ik heb ze allemaal in mijn zakboekje opgeschreven en mijn vriend Maeceen
heeft mij gezegd dat ik, wanneer ik deze woorden een beetje handig te pas
weet te brengen een kunstkritiek kan schrijven, zoo goed als menigeen 't
doet. Verder raadde hij mij aan om voor en aleer ik een schilderij mooi of
leelijk vind goed naar den naam te zien die er op staat. Dit is, waarde
vrouw, om mij niet te vergissen en b.v., een schilderij onbedachtzaam af te
keuren, als 't van iemand is die bekend staat als een groot artist.
Dit zou van een beoordeelaar een groote domheid zijn, want somtijds doet de
naam ruim zooveel als de schilderij, zegt Maeceen. Bovendien noemt hij het
zaak om eerst andere beschouwingen te lezen of te hooren en nu en dan
aftekeuren wat de meesten mooi vinden d.w.z. niet geheel, maar
gedeeltelijk; b.v. als 't algemeen zegt, in dit of dat stuk is geen fout,
dan toch nog een paar groote fouten er in opteschommelen.
Weet gij waarde vrouw waarom Maeceen dat doet? Omdat hij daardoor alleen
staat, in zijn oordeel en 't publiek dan zegt: dat is een knappe vent.
Maeceen vertelde mij dat er groote kritikussen zijn, die voornamelijk aan
die handigheid hun reputatie te danken hebben. Het zou onmogelijk zijn om
stuk voor stuk al die schilderijen te bespreken want er zijn er wel duizend
geloof ik.--
Eerst dus de Hollandsche af deeling:
Van Israels zag ik een soort van brei- of naaischool waar visschersmeisjes
bijeenzitten; ik stond er eerst te dicht bij
|