aaltjes van afgekomen, want Jan van
Beers heeft er een lapje in gezet en 't hoofd weer zoo netjes
bijgeschilderd dat men er niets van zien kan, namentlijk van de sneden, Van
Beers heeft daardoor bewezen dat 't geen potograpfie was.
In de Belgische afdeeling heb ik een kennis van Maeceen ontmoet, ook een
kritikus, die schrijft voor een buitenlandsch blad. Wat een rare vent
dierbare vrouw, voor elke schilderij ging hij staan, met de armen over
elkaar en zijn oogen bijna digt geknepen en dan zei hij: "Hm! Hm!" of
"prrrrrt." Hm! Hm! beteekent bij hem vrij goed en Prrrrrt! is een teeken
dat 't hem niet bevalt. Tusschenbeide hoorde ik hem zeggen Psssss! zoo
tusschen zijn tanden, dat deed hij alleen als 't erg mooi was.
Ik luisterde, terwijl ik op een fluweelen bank zat midden in eene der
zalen, ik meen van de Fransche afdeeling een gesprek af tusschen Maeceen en
zijn vriend. Nadaniel die mij kwam opzoeken schreef 't op voor de pers--ik
vond het merkwaardig, dat hij zoo gauw schrijven kon, en heb 't van avond
op mijn gemak van hem overgeschreven, daar ik het nuttig en leerrijk vond
voor u lieve bloedverwanten, om te weten hoe twee critikussen, die hun vak
verstaan over een schilderij oordeelen. Het schilderij stelde voor een
avondstond door Guillon.
Maeceen keek eerst naar den naam en zei: "Guillon?" toen keek zijn vriend
naar den naam op 't doek, keek daaropvolgend Maeceen aan en zei: "Guillon?"
Nadaniel schreef voor 't gemak alleen den naam van hem die sprak net als in
een tooneelstuk,
_Maeceen_: Impressionist?
_Vriend_: Hm! Impressionist!
_Maeceen_: Verder af gaan staan!
_Vriend_: Verder af gaan staan.
_Maeceen_: 'n Beetje groen?
_Vriend_: Groen genoeg!
_Maeceen_: Redelijk van teekening, maar groen, erg groen!
_Vriend_: Spinazieachtig--vet--plakkerig.
_Maeceen_: Vrij goed belicht, nog al natuurlijk van toon, vooral die
horizont.
_Vriend_. Ja hm! er zit wel iets in, maar 't doet niet _dat_--hm! je
begrijpt me, 't doet niet _dat_--NB. de vriend wees met zijn duim over de
vingers gelegd naar de schilderij.
_Maeceen_. Juist, 't is _dat_ niet. och! maar _dat_ hebben zoo weinig
artisten, er zit anders wel iets in dien...Guillon heet hij niet zoo?
_Vriend_. 'k Zal eens in den Catalogus zien.
_Maeceen_. Als er maar meer natuur in zat. 't Is wat pruikerig.
_Vriend_. Guillon. Hm! Hm!--Psssss!--medaille Parijs 1878, 2e classe
1880--dat dacht ik wel; 't is verdienstelijk geschilderd, dat zag ik op
|