lf behield. Hij bracht de onderneming tot groote hoogte en veel
andere giften aan de gemeenschap getuigen, met het Cousino-park
in Santiago, van zijn mildheid. Zijn weduwe Senora Dona Isidora
Goyenechea de Cousino kocht alle aandeelen op en werd eenige
eigenares van de Lota-maatschappij. Zij was een tijdlang de rijkste
vrouw ter wereld, toen haar vermogen op zeventig millioen dollars
werd geschat. Eenige malen stak zij den oceaan over, om eenigen
tijd in Europa te vertoeven, en in Parijs was zij als de door de
fortuin meest begunstigde vrouw bekend, terwijl de _Rue Lota_ naar
haar werd genoemd. Met haar eigen schip deed Senora Cousino een reis
naar het Oosten, bezocht de Sandwich-eilanden en werd overal als een
koninklijke gast gehuldigd. Bij haar dood in 1898 werd de bezitting
geerfd door haar zes kinderen, van wie vier, Don Alberto, Don Carlos,
Dona Adriana en Dona Loreto, nog in leven zijn.
Het stadje Lota ligt op vijf mijlen afstands van Coronel, waarmee het
door den Arauco-spoorweg is verbonden. Het is verdeeld in Lota Alta
of de bovenstad en Lota Abajo, de benedenstad aan den voet van den
heuvel. De bovenstad behoort aan de Compania Esplotadora de Lota,
en men vindt er de kantoren der maatschappij met de woningen der
beambten en werklieden, hun kerk en school en hospitaal. In een kleine
dagreis per spoor bereikt men Santiago, waar de eigenaars der mijnen
resideeren. Maar te Lota hebben zij ook een paleisje met een prachtig
park, dat met de grootste zorg wordt onderhouden, in tegenstelling
met het huis, dat na den dood van Senora Cousino onbewoond is gebleven.
Maar om op Santiago en de Alameda terug te komen, die rijweg is de
bekoorlijkste van alle zuid-amerikaansche _paseo's_. Men ziet er
niet enkel weelde en mooie equipages, maar tevens is men er als in
een museum, in Chili's _Ruhmeshalle_, niet besloten binnen vier muren,
maar in de open lucht tusschen boomen en bloemen, fonteinen en vijvers,
waar de vogels zingen, en de kinderen spelen en waar de geschiedenis,
verteld in brons en marmer, de menschen kan opwekken tot moed en
vaderlandsliefde. Het edele voorbeeld van de vereeuwigde helden
wordt er den jongen menschen voortdurend voor oogen gesteld. Niet
alleen als werken van kunst wekken de standbeelden en de monumenten
van de Alameda onze bewondering, maar ook als blijken van de nobele
gevoelens der natie, die dit middel heeft te baat genomen, om haar
dankbaarheid te toonen jegens de helden uit de bevrijdings
|