oorlogen.
Een trotsch monument herinnert aan den grooten generaal Don Jose
San Martin, te paard voorgesteld met het vrijheidsvaandel in de
rechterhand. Het werd onthuld op 5 April 1863, den verjaardag
van Maipo. Die slag van 5 April 1818 in de vlakte van Maipo,
eenige mijlen ten zuiden van de hoofdstad, was een schitterende
overwinning van de republikeinen over het leger van de royalisten,
tegen wie de jonge republiek zich telkens weer had te wapenen na
haar onafhankelijkheidsverklaring.
Een ander ruiterstandbeeld is er verrezen voor den grootsten
chileenschen generaal Bernardo O'Higgins, wiens dapperheid en
vaderlandsliefde indrukwekkend gesymbolizeerd zijn in de bronzen
figuur, die hem voorstelt, zooals hij Rancagua ontruimt met zijn
dappere soldaten en, wijzend op Santiago, uitroept: "Wij geven noch
vragen kwartier". Het standbeeld staat op een voetstuk van wit
marmer met basreliefs, die de belangrijkste gevechten weergeven,
waarin generaal O'Higgins zich onderscheidde.
De vader van dezen generaal was Ambrosio O'Higgins, die in 1788 door
den koning van Spanje tot gouverneur van Chili benoemd was. Hij zocht
niet, als zijn voorgangers, onophoudelijk zijn voldoening in den
strijd tegen de Araucaniers, de oorspronkelijke bevolking, maar hij
trachtte den vrede te bevestigen en het land tot bloei te brengen. Hij
was Ier van geboorte, ging naar Spanje en vestigde zich als koopman in
Peru. Hij verloor zijn vermogen, stelde zich in dienst des konings en
ging naar Chili. Zijn eerlijkheid en zijn scherp verstand vestigden
de aandacht op hem en in een voorspoedige carriere bracht hij het
tot het ambt van gouverneur van Chili. De noordelijke provincies,
die over 't geheel verwaarloosd waren, bezocht hij in persoon, deed
onderzoekingen in de woestijn van Atocama en keerde over Valparaiso
naar Santiago terug.
Als gevolg van die reis kwamen er een groot aantal verbeteringen in
den toestand der Indianen, die op het land of in de mijnen werkten, en
zijn uitstekend bewind bleek ook uit de wijze, waarop hij tegenover de
Araucaniers handelde. Hij verbood, hen zonder noodzaak aan te vallen
of te beleedigen, en ofschoon de troepen ten allen tijde op oorlog
voorbereid moesten zijn, mocht geen poging worden verzuimd, om den
vrede te handhaven. De uitslag bewees, hoe beleidvol zijn optreden was,
want de Indianen, die zagen hoe de Spanjaarden op hun hoede waren,
zorgden wel, dat ze geen aanval waagden, en in het veilige gevoel,
dat h
|