reken vindt men
natuurlijk weiden, voor schapenteelt geschikt. Over 't geheel vertoont
het land overeenkomst met de Schotsche hooglanden. Lange reeksen van
duinen strekken zich mijlen ver uit, omzoomd door de bosschen meer
binnenwaarts, waarachter de hoogere bergen oprijzen. Zeer weinig
stoombooten varen tegenwoordig langs de kust aan de binnenzij der
eilandengroepen, als zij de reis doen langs het chileensche Patagonie;
maar wie in de gelegenheid is geweest, dien tocht te maken, dien gaat
hij nooit uit de herinnering. De fjorden van Noorwegen doen in menig
opzicht in schoonheid onder voor het Smythkanaal.
Aan de oevers vindt men hier en daar sporen van indiaansche woningen,
maar het aantal Indianen vermindert er van jaar tot jaar. De Indiaan
uit deze streken draagt niet anders dan het vel van den guanaco of van
den otter als kleeding, en hij staat gemakkelijk een kleedingstuk af in
ruil van een mes of eenig wapen. Otters zijn er veel bij Vuurland en
in de Magellaensstraat; de vellen vormen een hoofdbron van inkomsten
voor de streek. Weinig vogels ziet men er; nog 't meest den albatros
en de rotsduif.
De flora en fauna zijn overigens in de drie deelen van Chili zeer
verschillend. De woestijnen van het Noorden vertoonen weinig
plantenleven; alleen in de oasen sieren prachtige bloemen het
landschap. Het centrale gedeelte heeft een rijke flora; op de helling
der Andesketen groeien fuchsia's in grooten overvloed in het wild,
zooals men ze in de bosschen van Midden-Chili overal vindt. Over
't geheel is de dierenwereld niet sterk vertegenwoordigd; de
opmerkelijkste vogel is wel de condor van het Andesgebergte, symbool
van macht, en als zoodanig in 't chileensche wapen opgenomen.
Onder de groote handelssteden van Zuid-Amerika kan Chili bogen op 't
bezit van Valparaiso, de belangrijkste zeehaven aan de westkust. Van
zee uit gezien, lijkt de stad een groot amphitheater; zij is gebouwd
op de helling van een berg, die het smalle strand in een kring
omgeeft. Diepe kloven verdeelen den berg in afzonderlijke heuvels of
_cerro's_, en hier en daar dringen de hoogten zoo dicht naar de zee,
dat er bijna geen ruimte overblijft voor een landingsplaats. Men heeft
daarom een groot, kunstmatig strand, een breed _embankment_ aangelegd,
waardoor de weg langs de baai verbreed wordt, en dat tevens bij ruw
weer de kracht der zware zeeen breekt.
Evenwijdig met het strand loopen de hoofdstraten in de lengte door de
stad, talrijker, waar de
|