ig was, en iets van den tweeden rang of van niet de geringste
kunstwaarde.
Toch heb ik het publiek misschien te kort gedaan toen ik zijn
woordenschat begrensde tot "onzedelijk" en "duister." Zij hebben nog een
ander woord in gebruik, het woord "morbide." Zij wenden het niet vaak aan:
de beteekenis is zoo eenvoudig dat zij bang zijn het te gebruiken. Toch
komt het voor; nu en dan kan men het tegenkomen in populaire bladen. Het
is natuurlijk een belachelijk epitheton om op een kunstwerk toe te passen.
Want behoort niet "morbide" bij een stemming of gevoelsaandoening of
verstandswerking die men niet tot uiting brengen kan? Het geheele publiek
is morbide, omdat het nooit voor eenige zaak uiting kan vinden. De
kunstenaar is het nooit. Hij brengt alles tot uiting. Hij staat achter
zijn onderwerp en brengt daardoor als door een medium onvergelijkelijke
kunstwerkingen teweeg. Een kunstenaar "morbide" te noemen omdat hij onder
andere van morbiditeit zijn onderwerp maakt, is even lichtvaardig als
Shakespeare krankzinnig heeten omdat hij onder andere "Koning Lear"
geschreven heeft.
Per slot wint de kunstenaar in Engeland toch iets bij de aanvallen waar
hij aan bloot staat. Zijn individualiteit verscherpt zich. Hij wordt meer
volledig zich-zelf. Zooals van-zelf spreekt, zijn de aanvallen
buitengewoon grof, onbeschaamd en verachtelijk. Maar welke kunstenaar
verwacht gratie bij den gemeen-platten geest of stijl bij het intellect
onzer voorsteden? Platheid en stompzinnigheid zijn sterksprekende
feitelijkheden in het moderne leven. Men kan haar bestaan natuurlijk
betreuren. Maar zij zijn er eenmaal. Zij zijn onderwerpen van studie zoo
goed als eenig ander ding... Om eerlijk te zijn moet men toegeven dat
onze moderne journalisten iemand steeds in besloten kring verschooning
vragen voor wat zij in 't openbaar tegen hem geschreven hebben.
Het is vermeldenswaard, dat in de allerlaatste jaren twee andere
bijvoegelijke naamwoorden toegevoegd zijn aan den zeer beperkten
woordenschat, dien het publiek bij de hand heeft om de kunst te smaden.
Het eene luidt "ongezond," het tweede "exotisch". Het laatste woord
bedoelt enkel uit te drukken de verwoedheid van den paddestoel van het
oogenblik tegen de onsterfelijke hartvervoerende, uitgelezen liefelijke
orchidee. Het is een hulde, maar een hulde van geen belang. Het woord
"ongezond" echter laat zich in beteekenis ontleden. Het is geen
onbelangwekkend woord. Het is zelfs zoo belangwekkend, dat
|