vooruitstrevend. Co-educatie b.v. is
iets dat van zelf spreekt. Bijna alle meisjes doen hun "baccalaureat",
[2] studeeren eenige jaren en zoeken vervolgens eene betrekking. De
Finnen stellen er een groote eer in, dat zij andere landen zooveel
vooruit zijn, maar hebben tevens de neiging om alles af te keuren,
wat niet of uit Zweden, of uit hun eigen land stamt.
Opmerkelijk is het, dat de Finnen zich buiten hun land nooit recht
thuis voelen; zij zijn geen kosmopolieten en het best te waardeeren
in hun eigen omgeving; daar zijn ze gezellig en buitengewoon gastvrij
voor vreemdelingen. Zoo hebben zij tijdens de reis al het mogelijke
gedaan om mij niet buiten hunne gesprekken te sluiten en mij van hun
land alles te vertellen, waarin ik belang kon stellen. Om mij genoegen
te doen spraken ze ook onder elkaar duitsch, en werd er eens wat in
't zweedsch of finsch gezegd, dan was er altijd iemand die als tolk
dienst deed.
De avonden op de _Storfuersten_ waren wel het gezelligst. Het weer
was bizonder goed en dus konden we tot laat in den avond op het dek
zitten. Eerst werd er gepraat, en als de late schemering begon te
vallen, werden er liederen gezongen met een langzamen rhythmus, in een
voor mij onbekende weeke, zoetvloeiende taal. Geruischloos stoomde de
_Storfuersten_ over het water, dat effen was als een ijsvlak en waarin,
aan den kant van het Noorden de lichte streep der ondergaande zon werd
weerspiegeld. Nog later steeg de maan uit de zee op en vertoonde zich
als een groote schijf aan den wolkeloozen hemel. In de verte, aan den
horizon, zag men de lichten der vuurtorens van Gothland, Dagoe en Oesel.
Ook den laatsten avond zouden we op het dek doorbrengen, maar
... om drie uur 's middags kwam er mist, tegen vijf uur begon
de boot eigenaardig te schommelen en om acht uur was de storm in
vollen gang. Dienzelfden nacht voeren wij de Finsche golf binnen en
in den morgen bereikten we Reval. Hier kwam de douane aan boord en
inspecteerde niet alleen de bagage maar ook onze passen. Ze zagen
er krijgshaftig uit die grenswachters met hunne uniformen, hooge
laarzen en groote slagzwaarden. Toen ik me hierover eene opmerking
veroorloofde, werd mij dadelijk het zwijgen opgelegd met een: hou je
stil, anders krijg je last van hen! In Reval hadden we een uur tijd om
de stad te bezichtigen. De alles overheerschende indruk, dien ik kreeg,
was, dat huizen, straten en menschen onbeschrijfelijk vuil zijn. De
bevolking heeft het bizondere t
|