CXLVIII
S.A.
1891
Vermaak en wist zij grooter geen,
als kinders Godwaarts op te lee'n;
en, elk tot raad en daad bereid,
te helpen met ootmoedigheid.
De ware liefde Gods geleerd,
die 't altijd al in 't beste keert,
en kende zij noch nijd noch haat;
en goed, ja, raapte ze uit het kwaad.
Zoo minde en leefde en leed zij wel,
gesteund op haren Kruisgezel;
tot dat zij, 't lijden uitgeleefd,
den laatsten strijd gestreden heeft.
Aan wien was heel heur hert bekend?
Aan u die weent heur lijk omtrent;
aan U, o God, die 't groot geduld
van al heur liefde kroonen zult!
CXLIX
Z.H.B.
1891
Onschuldig kind, na korte dagen
hebt gij den Heer reeds opgedragen
uw' schoone ziel;
maar bitter maalt, door 't leed gedreven,
uw Moeders en uw Vaders leven
het smertenwiel!
Het zij zoo 't moet: 't en helpt geen klagen;
op dezen moge, en alle dagen,
Gods wil geschien!
Ach bidt voor ons, en blijft daarboven
den God van al dat goed is loven...
Tot wederzien!
CL
Eerweerde Zuster MARIE-STANISLAS
Moeder-Overste van Sint-Jansput te Kortrijk
1891
Zoo zedig, zoo zorgvuldig en
zoo zelfvergetend wezen
en hadde ik nooit te huldigen,
en kende ik nooit voordezen.
Bekommerd in al 't minste dat
den evenmensch kon baten,
zoo had zij 't leven opgevat,
in al heur doen en laten.
Heure overheid was neder zijn,
en dienen te allen stonden
den Gene, die nu weder zijn
goe dienstmaagd heeft gevonden.
CLI
L.D.K.
1891
Vergeet hem niet, dien braven man,
dien man van de oude Gulde,
die dertig jaar de vesten van
de stee met eerde vulde.
Vergeet hem niet, die 's Konings kruis
aanveerden mocht met eeren;
en, moegewerkt, trok weer naar huis,
vol hope in 't Kruis des Heeren.
Vergeet niet, al die werkers zijt,
't goed voorbeeld na te leven;
dat hij, bij goed- en kwaden tijd,
ulieden kwam te geven.
Vergeet hem niet, voor wien hij, dag
en nacht, zijn werk besteedde;
en zorgt zoo hij te zorgen plag,
gij vrouwe, en kinderen mede.
Vergeet, o Volk van Kortrijk, niet,
maar spreekt voor hem ten besten
bij God, als gij zijn werk beziet,
en wandelt langs de vesten.
CLII
M.D.V.H.
1891
Eilaas, mijn licht is uitgedoofd,
nu dat mijn uitverkoren,
mijn eerste kind is weggeroofd,
|