FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   >>  
blik echter deed mijn verschrikt gemoed mij gelooven, dat hij zich wel vast voorgenomen had, mij dood te martelen; en het was met ijzing, dat ik den avond zag dalen, in de overtuiging, dat mijn vijand mij des nachts zou kunnen doodslaan. Ik had reeds meer dan eens op wanhopigen toon om hulp geschreeuwd; doch de schildwacht voor de deur, noch de lieden uit den huize schenen er aandacht op te geven. Het was reeds duister in de politiekamer, toen de sergeant opnieuw tegen mij inviel en, onder het schokken en schudden, mij voor de eerste maal zulke gevoelige pijn veroorzaakte, dat een schreeuw der smart mij ontvloog. De overtuiging dat mijn laatste uur gekomen was, voerde mij tot eene zinnelooze vertwijfeling, en bracht eenen ganschen omkeer in mijn gemoed. In blinde razernij ontstoken, begon ik mij met verrassend geweld te verdedigen: ik stompte met vuisten, ik krabde, ik beet, ik scheurde als een zwak dier, welks krachten door de vrees des doods zijn verdubbeld. Met verbaasdheid liet de sergeant mij los, om het bloed te stelpen, dat hem ten neuze uitvloeide; hij bulderde, vloekte en dreigde met verschrikkelijke woorden, dat hij mij onmiddellijk den hals ging breken; doch ik, sidderend van ontroering, zeide hem op heeschen toon: "Kom, ik verwacht u, ik ben gereed, mijn leven ben ik moede; maar ik zal het u duur verkoopen Kom, dat het eindige! Kom!" Hij schoot inderdaad op mij toe en gaf mij eenen bedwelmenden vuistslag op het voorhoofd; ik boog wel de knie onder zijn geweld, maar even ras sprong ik in de hoogte en begon opnieuw in het wild te slaan, te stampen en te krabben. Ik moest mijnen tegenstrever zeer pijnlijk in het aangezicht getroffen hebben, want hem ook ontsnapte een kreet der pijn, en hij verwijderde zich voor goed van mij. Dan zeide hij, onder vele grove woorden: "Ik vecht niet meer in de duisternis. Morgen vroeg zullen wij onze rekening vereffenen: ik zal u vermorzelen, u vertrappen onder mijne voeten!" "Ah," riep ik hem toe, "bij dag of bij nacht, het is mij gelijk; gij moogt met mij doen wat gij wilt, ik ben tot alles gereed. Het is beslist: sterven of niet, zoo gij mij nog met den vinger aanraakt, scheur ik u het vleesch van het aangezicht!" De sergeant scheen te zwichten voor de onbegrijpelijke opgevoerdheid mijns geestes; misschien vreesde hij, dat ik zinneloos geworden was. Althans, hij raadde mij aan, in het stroo neer te liggen en te slapen; des anderen daags 's morgens zouden wij ve
PREV.   NEXT  
|<   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   >>  



Top keywords:

sergeant

 

opnieuw

 

aangezicht

 
geweld
 
woorden
 

gereed

 
gemoed
 

overtuiging

 

verwijderde

 

ontsnapte


sprong
 

voorhoofd

 

vuistslag

 

hebben

 

mijnen

 
tegenstrever
 

stampen

 

bedwelmenden

 

krabben

 
hoogte

eindige

 
getroffen
 

verkoopen

 

schoot

 

inderdaad

 

pijnlijk

 

misschien

 
geestes
 

vreesde

 

zinneloos


geworden

 

opgevoerdheid

 

vleesch

 

scheur

 

scheen

 

zwichten

 

onbegrijpelijke

 

Althans

 

raadde

 

morgens


zouden

 

anderen

 

slapen

 

liggen

 

aanraakt

 

vinger

 
vertrappen
 

vermorzelen

 

voeten

 

vereffenen