hebbende, andermael van de selve saeck magh
oordelen. Het welcke soo niet en plagh te wesen, als wy in onse
jonckheyt uyt Terentio hebben geleert. Want wy hoorden den daer Phormio
spotsgewijse aen Demipho dese woorden te gemoet voeren.
At tu, qui sapiens es, Magistratus adi,
Judicium de eadem causa iterum ut reddant tibi,
Quandoquidem solus regnas, et soli licet
Hic de eadem causa bis iudicium adipiscier.
Of alle de gene die in dat Gerecht sitten, dese les wel geleert sullen
hebben en weet ick niet, maer dat tonen sy altijdt, dat die voor dees
tijdt, haer niet te pas en komt. Want, na dat het selve Gerecht, uyt
hare absolute en Souvereyne maght, de nominatie, met kennis van saken,
heeft gelegitimeert, en overgesonden, soo verstaet het dat by het selve
noch souw staen te examineren, offer in de selve nominatie eenige
abuysen of informaliteyten waren begaen, indien sijne Hoogheydt, of
yemand anders, wilden sustineren, dat'er eenige begaen waren. Ende die
bevonden sijnde, soo souw het selve Gerecht, na desselfs {Pag.21}
gewoonlicke billickheyt, deselve corrigeren en beteren. Ende hier uyt
resulteert dan noch eene derde preeminentie boven alle Hoven ende
Rechtbancken, dat het soo doende, sal oordelen in sijne eygen saeck.
Want in 't examineren van de informaliteyten, sal mede in consideratie
konnen komen, of oock de oversendinge van de nominatie wel en op
behoorlicke tydt is gedaen. Ten anderen, of het hooft van de nominatie
niet puyr valsch is, als sijnde in 't selve gestelt persoonen in wiens
presentie die souw sijn geschiet, die daer wel present hadden behooren
te sijn, maer inder daed daer niet en sijn geweest, ende verswygende,
dat'er die present sijn geweest, die daer gans niet en hoorden. Ten
derden, of niet het Gerechte selfs 't geen is geweest, dat de over
luyden heeft geauthoriseert op de nominatie van de Mannen van Achten
present te mogen sijn om door haer, in praejudicie van de Dekens, de
maght van de nominatie in haer gewelt te krygen. Ten vierden, of eenige
uyt den Gerechte selfs haer niet en hebben vervorderd, tegens de wetten
aen, niet alleen schandelick te kuypen, maer ook Dekenen hebben
geforceert door dreygementen ende beloften. Siet, alle dese moye
dingetjes, en meer andre die het in 't geheel heeft gedaen, of voor een
goed gedeelte aen heeft geparticipeert, die sal het Gerecht oordelen en
na meriten corrigeren: ende dat, 't geene sonderlinge te noteren s
|