e niet anders en is, als de overeenkomste van de
saek met de wet: ende de wet, niet anders als het rechtsnoer van de
forme. Sulx dat wettigh te zijn, niet anders en is als te hebben de
form, die de wet prescribeert. Wederom, datmen antwoorden wilde wel
generalleck, soo sy seyden, maer niet in specie. Het welk sy soo
uytleyden, datse souwen verklaren, datter op de nominatie niet en waren
gebracht vreemdelingen, minderjarige, te na den andere in maegschap
bestaende, (waer over noyt klachten en waren gevallen) sonder haer
verder te willen uyten, of op articulen te willen antwoorden. Maer is by
een van hunne Secretarisen, die mede inde commissie waren versocht, dat
sijne Hoogheyd hen copie van de articulen wilde geven. Het welke hy
toestond, indien sy wilden antwoorden. Maer alsoo sy in die conditie
gene behagen en hadden, soo en hebben sy ook die articulen niet bekomen.
Ende daer mede is ook die tweede sessie geeyndicht. Waer uyt dan
klaerlik blijkt, voor eerst, dat sijne Hoogheyd seer onheusselik werd
getraduceert, als of hy geen bericht van die van Dordrecht had {Pag.24}
willen ontfangen. Ten anderen, dat het Hof hier seer sinisterlik werd
ingetrocken, even of het selve, door presentie van eenige uyt den haren,
als die van Dordrecht wierden gehoort, sijne jurisdictie wouw vast
maken, ende extenderen over dien van Dordrecht. Ten derden, dat die van
den Gerechte van Dordrecht door dese weygeringe ende onwilligheyd sijn
geworden veri contumaces en wederhorig, soo dat alle de articulen, op
welcke sy niet en hebben willen antwoorden, te recht by sijne Hoogheyd
voor soo veel gehouwen sijn als bekent. Ten sulcken effecte, dat hy,
gesien hebbende de verificatien vande selve articulen, wel heeft
vermogen de onwettige nominatie te rejecteren, ende weygeren eene
electie uyt deselve te doen. Want hoewel het de plicht is van sijn
Hoogheyd, om uyt een meerder getal de electie te doen, soo is hy evenwel
het selve niet anders gehouwen te doen, als uyt eene legitime, aen wiens
forme niet en manqueert, dewyl anders doende, de onwettigheyd vande
nomanatie, ook influeren souw inde electie. Ende derhalven en souwer
niet alleen rede gegeven werden te klagen over de nominatie, maer over
nominatie ende electie beyde. Als hiervoren overgenoeg aengewesen is.
Soo dat nu hier uyt seer klaer blijckt, wat voor fine lieden het moeten
zijn, die derven klagen, dat men sijne Hoogheyt niet en heeft mogen
berichten, ende esclaircissement geven. Indien nu
|