architectonisch goed gelukt bouwwerk, waarvan onze foto een duidelijk
beeld geeft.
In dit ranke bouwwerk met zijn zuilengalerij, zijn sprekende
versieringen en beelden, hebben de architecten--aan wier hoofd de
bekwame Besana staat--veel vergoed van het gemis van een monumentaal
hoofdgebouw en een panorama over heel de tentoonstelling. Toch ligt
de beteekenis van deze rijke facade die 's avonds met duizenden
gloeilampjes wordt verlicht meer in de beide Simplontunnels, waarvan
zij de omlijsting vormt.
Aardiger _clou_ ware voor deze tentoonstelling wel niet uit te vinden
geweest dan de bezoekers te doen binnengaan door een tunnel, waarmee
op bedriegelijke wijze de Simplontunnel nagebootst is. Dat is dan ook
de groote attractie, het nieuwe en wonderbare. Het is dan ook aardig
gedaan; de illusie is volkomen. Men schuift het zwarte gordijn even op
zij en treedt de onbekende duisternis in; in de verte gloeien kleine
lichtjes tegen den van kristallen glinsterenden rotswand; bij hun
zwak schijnsel ziet men op den bodem de vage evenwijdige lijnen van de
rails. Men hoort het gekletter van water en het snorren en stampen van
machines. Het zijn de boormachine en de luchtververschingsinstallatie
die hier in werking worden getoond. Door nauwe zijgangen, waarin men
de scherven van rotsblokken onder de voeten hoort kraken, komt men
in den tweeden tunnel, evenwijdig aan den eersten loopende, die,
evenals in de werkelijkheid, met den eersten halverwege een punt
van samenkomst heeft. In dezen tweeden tunnel heeft men kans gezien
op vernuftige wijze duidelijk te maken, hoeveel last men bij den
bouw gehad heeft met het van boven door de aderen in den bergwand
doorsijpelende water, dat menigmaal de gangen blank zette. Uit den
rotswand springt hier met geweldige kracht het heldere water van den
bergstroom dat bruisend en schuimspattend zich neerstort temidden
van de rotsblokken, juist zooals men dat in het hooggebergte ziet.
Men behoeft thans niet naar Iselle te reizen om zich een begrip
te kunnen vormen van het grootsche werk, dat daar is geschied en
welks voltooiing hier wordt gevierd. De kunst van nabootsen tracht
de wezenlijke techniek in haar hooge vlucht te achterhalen. Alles
toch is zoo natuurgetrouw, dat men werkelijk meent in het hart van
de Hoog-Alpen te verkeeren.
Tusschen de beide tunnelingangen heeft de gevierde beeldhouwer
Butti een beeldengroep aangebracht, die den moeizamen tunnel-arbeid
voorstelt. Een mooi afgietsel i
|