w-commissie het minste
haast te hebben. En toen de gedelegeerde commissaris van Nederland
herhaaldelijk aandrong op meer spoed, wijzende op het ergerlijk
luieren der Italiaansche werklieden, die, als 't koud is, zich rond
een houtvuurtje gaan warmen en als 't warm is, in 't zonnetje liggen
te slapen, antwoordde men zoo philosophisch-laconiek als Italianen
dat alleen kunnen: "Laat dan Nederlandsche werklieden komen om het
gebouw af te maken. Zwitserland heeft ook eigen werklieden ontboden!"
Biedt een tentoonstelling kans van welslagen, al geeft ze ook nog
zooveel interessants te zien, waar de leiders dergelijke luchthartige
opvattingen koesteren?... De vertegenwoordigers van het buitenland,
die ervaring hebben op dit gebied twijfelen er wel eens aan. Maar de
Italianen zijn onverbeterlijke optimisten; zij kloppen de mopperaars
gemoedelijk op den schouder en zeggen glimlachend: "_Al levar della
tende si vedra_", of te wel: als de boel weer afgebroken wordt,
zal _alles_ je duidelijk zijn. Een troost!?...
Wij zijn nu in de groote middenlaan van het Park, die dit gedeelte
der toonstelling in twee groepen scheidt: rechts wetenschap en kunst;
links de vermakelijkheden. Even wippen we binnen in het gebouw der
"Schoone Kunsten". Dat was inwendig het eerst gereed omdat de Koning
er doorheen wandelen zou op den openingsdag. Een openbaring is deze
zuiver-nationale afdeeling niet; ook zijn vele doeken verkeerd of
veel te sterk belicht. Er is in 't algemeen te veel gelegenheidswerk
zoowel van schilders als beeldhouwers.
Een zaal is geheel gereserveerd voor de productieve familie Ciardi,
bestaande uit vader en twee zoons, die 32 werken heeft ingezonden,
een andere zaal bevat alleen 28 stukken van den grooten Venetiaanschen
meester, Ettore Tito. Ook Carcano heeft een zaal voor zich, terwijl
Carlandi, bekend door zijn fijne zeegezichten, 84 aquarellen heeft
ingezonden.
Onder het beeldhouwwerk is meer knappe copie dan oorspronkelijk
werk. De _Unione artisti romani_ leverde hier het leeuwendeel,
o.a. een reusachtige groep van Lazio.
Het paleis van de _Belle Arti_ bestaat uit twee vleugels in
hoefijzervorm die samenkomen in een koepelvormige zaal. In deze
feestzaal, waarvan wij een reproductie geven, had de plechtige
opening der tentoonstelling plaats. Jammer genoeg mochten er toen
geen photografische opnamen worden gemaakt--een maatregel die als
vele andere verband hield met de veiligheid van den Vorst. Want
toen langs alle li
|