nd
van Michel Angelo en Canova iets goeds verwachten.
In qualiteit hebben zij dan ook niet teleurgesteld, maar in de
quantiteit hadden zij meer matiging kunnen betrachten. Overlading
schaadt overal, zelfs op een tentoonstelling. Alle Olympische goden
zijn er aan te pas gekomen. Het is of men een concurrentie heeft willen
ondernemen met de permanente beelden-uitstalling op het beroemde,
maar mij en velen, die onder een andere dan de zuidelijke zon zijn
geboren, weinig sympathieke _Campo Santo_.
Maar zonder nu alles op gezag mooi te vinden, alleen omdat het van
kunstenaars als Butti en Brivio, die op dit oogenblik in de gunst
staan, afkomstig is, moet ik toch erkennen, dat er kracht en realiteit
zit in menig beeld en in meer dan een groep.
Ga natuurlijk zoo'n compositiebeeld niet van nabij bekijken, dan
is alle illusie weg! Maar een tentoonstelling hangt nu eenmaal van
bedriegelijk decoratief aan elkaar. En niemand zal aan zoo'n _Victoria_
of _Mercurius_, die straks op een electrisch verlicht voetstuk zullen
staan, hooge kunsteischen stellen!
Het is al veel waard, wanneer het gevoel niet wordt gekwetst door
groven wansmaak of jammerlijke banaliteit. En daartegen hebben de
artistieke en technische leiders der tentoonstelling met veel zorg
gewaakt. Binnen die grenzen heeft men echter het eigen initiatief
zooveel mogelijk vrijheid gelaten en zoo is er tusschen al die groote
paleizen en paviljoenen een aardige afwisseling van Zwitsersche
chalets, Schwartzwalder huisjes; Oostersche kiosken enz. Telkens wordt
het oog weer geboeid door iets eigens en karakteristieks. Hoe jammer,
dat ook Nederland, als te St.-Louis, niet met iets eigens, met een
pittigen oud-hollandschen trapjesgevel bv., is kunnen komen! Maar
de Milaneesche aannemers vroegen fabelachtige prijzen en de middelen
waren gering. Nu heeft het Nederlandsch comite zich tevreden moeten
stellen met 800 M_2_ in de gemengde afdeeling der decoratieve kunst,
waar het Japan tot buurman heeft, en 200 M_2_ elders voor op zichzelf
staande inzendingen als die van den baggermolen-fabrikant Smulders uit
Schiedam. Het is nu maar te hopen, dat het inwendige (de versiering
is bij den heer Kromhout uit Amsterdam zeker in goede handen) en de
inzendingen goed zullen maken wat aan het uiterlijk ontbreekt. Maar
daarvoor is nog wat geduld noodig. Niet voor half Juni zal de
Nederlandsche afdeeling geopend kunnen worden. Met dit wat achteraf
gelegen gebouw schenen de heeren van de bou
|