Het noodlot zendt heusch geen herauten
uit. Trouwens, wat zou jou nu kunnen gebeuren? Je hebt alles wat een
mensch maar verlangen kan. Iedereen zou met je willen ruilen.
--En ik zelf zou met den eerste den beste willen ruilen, Harry, lach
niet. Ik zeg de waarheid. De stakkerd die pas doodgeschoten is, is er
beter aan toe dan ik. Ik ben niet bang voor den dood zelf. Het is het
aankomen van den dood, dat me zoo akelig maakt. Het is of ik zijn vale
vleugels hoor wapperen in de zware lucht om mij heen ...! Groote God!
Zie je daar niemand achter de boomen, die mij beloert?
Lord Henry zag in de richting die de trillende hand wees.
--Ja, zeide hij, met een glimlach; ik zie den tuinman. Hij zal je
moeten vragen, welke bloemen je van avond voor je tafel hebben wilt.
Wat ben je toch nerveus. Je moet maar eens met me meegaan naar mijn
dokter als we weer in de stad zijn.
Dorian slaakte een zucht van verlichting toen hij den tuinman naderbij
zag komen. De man kwam even aan zijn hoed en zag aarzelend naar Lord
Henry. Toen haalde hij een brief te voorschijn, dien hij zijn meester
overhandigde.
--De hertogin zei mij, op antwoord te wachten, fluisterde hij.
Dorian stak den brief in zijn zak.
--Zeg aan de hertogin, dat ik zoo thuis kom, zei hij koel. De man
keerde terug naar het huis.
--Wat kunnen vrouwen toch gewaagde dingen doen! lachte Lord Henry. Het
is een van haar kwaliteiten, die ik het meest bewonder ... Een vrouw
zal met den eersten den besten man flirten, zoolang er maar iemand is,
die er op let.
--En wat kan jij gewaagde dingen zeggen, Harry. Op het oogenblik ben
je glad mis. Ik vind het hertoginnetje heel aardig, maar ik hou niet
van haar.
--En het hertoginnetje houdt heel veel van jou, maar vindt je niet
bizonder aardig, dus jullie staan gelijk.
--Je spreekt kwaad, Harry, en kwaadsprekerij is altijd ongegrond.
--De bazis van ieder schandaaltje is een onzedelijke zekerheid, zei
Lord Henry, een cigarette opstekend.
--Je ontziet niemand of niets, als het je te doen is om een epigram,
was het antwoord.
--Ik wou, dat ik kon liefhebben! Maar ik schijn de passie verloren en
den lust er toe vergeten te hebben. Ik ga te veel op in mijzelven.
Mijn eigen persoon is mij een last geworden. Ik wil weg, ver weg, en
vergeten. Het was dom van me hier te komen. Ik zal Harvey
telegrafeeren om mijn yacht uit te rusten. Op een schip ben je pas
veilig.
--Veilig waarvoor? Dorian? Je zit in moeilijkheid. Waarom ze
|