n credentie aan Hun Hoog
Mogende te overhandigen, mitsgaders het nader adres ten dien
einde, met versoek van een cathegorisch antwoord door denzelven
gedaan en breder in de notulen van Hun Hoog Mogende van den 4 May
1781 en 9 January 1782, vermeld, als mede de resolutie van de
heeren Staten van de ses andere provincien, ter vergadering van
Hun Hoog Mogende successivelyk ingebragt, alle tendeerende tot
het admitteeren van den heer Adams, als afgesant van de
Vereenigde Staten van Noord-America, bij dese republicq.
Hebben Haar Edele Mogende na gehoudene deliberatie, goedgevonden
de gecommitteerdens van wegens dese provincie ter generaliteit te
authoriseeren, gelijk geauctoriseert worden bij dezen, on zig
namens deze provincie met de resolutie der heeren Staten van
Holland en Westfriesland te conformeeren en dienvolgens te
consenteeren dat de heer Adams, als gezant van de Vereenigde
Staten van Noord-America bij deze republicq werde erkend en
geadmitteerd.
Zullende oversulx extract dezes aan welgemelte gecommitteerdens
worden toegesonden, om daar van ten spoedigsten ter vergadering
van Hun Hoog Mogende de vereischte opening te doen.
_____
_Extract uit het Register der resolutien van de Hoog Mogende Heeren
Staten Generaal der Vereenigde Provincien van den jare 1782. 1 deel._
Veneris den 19 April 1782.
Bij resumtie gedelibereerd sijnde op het adres en nader adres van
den heer Adams, den 4 Mey, 1781 en 9 January deezes jaars aan den
heer ter vergadering van Haar Hoog Mogende praesideerende, gedaan,
om uit naem der Vereenigde Staten van Noord-America, zijne brieven
van credentie aan Haar Hoog Mogende te overhandigen, en bij welk
nader adres, gem. heer Adams, een cathegorisch antwoord heeft
versogt, om daer van aan zijne principalen kennis te kunnen
geeven.
Is goedgevonden en verstaan, dat de heer Adams als afgezant van
de Vereenigde Staten van Noord-America, bij Haar Hoog Mogende zal
worden geadmitteert en erkent, gelijk deselve geadmitteert en
erkend word bij deezen.
De heeren gedeputeerden van de provincien van Zeeland en Utrecht
hebben geinhaereert de resolutien van de heeren Staten hunne
principalen op het voorn subject ter vergadering van Haar Hoog
Mogende ingebragt
|