FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28  
29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   >>   >|  
nu eindelijk brandde van verlangen haar te zeggen en te vragen. Hij was op een breeden, zandigen landweg gekomen, volgde dien een eindje, stak dwars een steenweg over bij een kruispunt waar een eenzaam huisje stond, volgde weer de kronkelige baan tusschen het hooge koren. De doodstille zomernacht droomde. De geurende korenvelden stompten zich aschgrauw gelijk twee vage muren aan beide kanten van den landweg af, en daarover heen was niets dan een hooge, donkerblauwe oneindigheid, tintelend van levend-gouden sterren. Hij zag geen boomen en geen huizen meer: het was de volle nachtelijke eenzaamheid der heerlijk vruchtbare landouwen. Zoo liep hij enkele minuten door, in zachte opgewektheid van gedachten. Op den onzichtbaren kerktoren van het dorpje klopte kort en hel een slag: half twee. Een ander dorpje galmde tegen, heel heel zwak en verre, als een kinderstemmetje dat antwoordt op een mannenstem. Vleermuizen fladderden geruischloos om hem heen, muggen gonsden droomerig in de groote stilte, en zijn eenzame schreden klonken in kadans, dof-klompend door het mulle zand. Weldra draaide en kronkelde de weg in een reeks van grillige bochten tusschen slooten en boomen, en eindelijk kwam hij op een klein gehucht met spitse, bleeke geveltjes naar den straatkant, en reuzen-populieren, die hun donkere kruinen, hoog in den blauwen sterrennacht, over de stille daakjes uitspreidden. Daar was het. Zijn klompen, galmend in de doodsche stilte op het smal plaveisel tusschen de huisjes, deden plotseling de honden blaffen. Hij telde de woninkjes: twee, drie, vier,... in donkere, gesloten rust achter de boomgaardjes; en voor het vijfde hield hij stil, tilde den sluitboom van het hek op en stapte over 't smalle paadje door het gras naar het woonhuisje toe. Zijn hart klopte gejaagd. Hij wist niet waar ze sliep: voor of achter. Alleen wist hij dat rechts van de deur het keukenraampje was, en links daarvan een slaapvertrek. Hij hoopte, zonder eigenlijk precies te weten waarom, dat zij aan den voorkant sliep, en dat hij aan het raampje van haar kamertje zou tikken. Hij stond voor 't raampje, de luikjes waren dicht. Hij trok er zachtjes aan. Zij boden weerstand. Toen tikte hij, driemaal, niet hard, met de kneukels op het hol-klinkend hout. Iemand bewoog zich in een bed daarbinnen. Hij wachtte even. Toen tikte hij opnieuw, twee maal, zachter. "Wie es er doar?" vroeg plotseling een zware, slaperige mannenstem. De teleurstelling deed hem
PREV.   NEXT  
|<   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28  
29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   >>   >|  



Top keywords:

tusschen

 
stilte
 

plotseling

 

boomen

 

klopte

 

dorpje

 
mannenstem
 

achter

 

raampje

 

landweg


donkere
 
eindelijk
 

volgde

 

sluitboom

 

kruinen

 

smalle

 

reuzen

 
straatkant
 
populieren
 

paadje


vijfde
 
stapte
 

sterrennacht

 

blaffen

 

galmend

 

klompen

 
honden
 
doodsche
 

plaveisel

 

woonhuisje


woninkjes

 

daakjes

 
stille
 

huisjes

 

boomgaardjes

 

uitspreidden

 

gesloten

 
blauwen
 

zonder

 

Iemand


bewoog
 
daarbinnen
 

klinkend

 
weerstand
 
driemaal
 

kneukels

 

wachtte

 
slaperige
 

teleurstelling

 
opnieuw