FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31  
32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   >>   >|  
klompjes, die trouw met de klompen van de anderen in stapkadans meeklapperden, getuigde dat zij solidair met het gezelschap medeging. In het duistere van den nacht kon hij niets van haar gezicht zien; en daar zij niet meer notitie van hem nam als van een vreemde, kropte 't in zijn keel van ingehouden droefheid, en vroeg hij zich wanhopig af wat hij haar wel onbewust misdaan mocht hebben, toen zij eensklaps, als 't ware door zijn stilzwijgen benauwd, het hoofd half naar hem omkeerde, en hem met een lief zacht stemmetje vroeg hoe het nu met zijn moeder ging. "O, goed, heul goed," antwoordde hij haastig, met een plotseling gevoel van innige dankbaarheid en warmte, omdat ze niet boos was op hem zooals hij vreesde. En eerst nadat hij zoo instinctmatig, op een innigen juichtoon had geantwoord, wijzigde hij zijn al te optimistisch gezegde en bekende dat zijn moeder wel iets beter, maar toch nog heel heel zwakjes was. "'t Zal beteren as 't weere wa afkoelt; 't he toch zeu woarm geweest de loatste viertien doagen," meende Rozeke. Hij liep een poosje zwijgend naast haar, gansch ontroerd van vreugd, zijn geest inspannend om nu toch ook weer iets te zeggen dat het gesprek zou gaande houden. Maar hij kon eensklaps niets meer bedenken; al de woorden die hem op de lippen kwamen zeiden heel andere dingen dan wat hij mocht of durfde uitspreken, en hij voelde zich ellendig en onhandig als een dom, onmondig kind. Hij beet op de lippen en in de duisternis verkrompen zijn gelaatsspieren als van pijn, terwijl hij haar zoo heel dicht aan zijn zij zag loopen, zoo heel en al in zijn bereik en lief gestemd nog, maar inwendig zeker reeds teleurgesteld, omdat hij nu zoo weinig op haar tegemoetkomende vriendelijkheid inging. Zij waren bij den ingang van het dorp gekomen en moesten er dwars door om dan verder weer den weg naar boer Kneuvels' boerderij te volgen. En nauwelijks kwamen zij tusschen de eerste huizen in het hol gegalm van hun klompen op het hobbelig straatplaveisel, of daar hoorden zij, van uit een zijstraat, luide kreten in de stilte van den nacht weerklinken. Zij hielden even stil en luisterden, en dadelijk wisten zij dat het andere slijters waren, die ook naar boer Kneuvels' hoeve gingen en bij het hooren van hun stappen naar hen hadden geroepen, wel vermoedend dat zij voor hetzelfde doel zoo vroeg van huis trokken. Het waren twee mannen en twee meisjes: Bros Cnudde en Vaprijsken, met Liza Cloet en 't Geluw Meuleken. Zij ju
PREV.   NEXT  
|<   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31  
32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   >>   >|  



Top keywords:

eensklaps

 
moeder
 

andere

 

kwamen

 

lippen

 

Kneuvels

 
klompen
 

loopen

 

teleurgesteld

 

bereik


gestemd
 
inwendig
 

vriendelijkheid

 

meisjes

 

mannen

 

inging

 

tegemoetkomende

 
weinig
 
terwijl
 

voelde


ellendig
 
onhandig
 

uitspreken

 

durfde

 

Meuleken

 

dingen

 
Vaprijsken
 
gelaatsspieren
 

Cnudde

 

verkrompen


duisternis

 

onmondig

 
gekomen
 

kreten

 

stilte

 

zijstraat

 

hadden

 
hobbelig
 

straatplaveisel

 

hoorden


weerklinken
 
stappen
 

hooren

 
wisten
 
gingen
 

slijters

 

dadelijk

 
luisterden
 

hielden

 
geroepen